3.18 Verslag schrijven H3- Schrijven


Verslag schrijven
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2,3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Verslag schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les
Kan je een kort verslag schrijven aan de hand van de
 5W + H-vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Een verslag schrijven
Een verslag is een beschrijving van iets dat je gezien, meegemaakt, onderzocht of gelezen hebt.

Voorbeelden van een verslag zijn: stageverslag, boekverslag, onderzoeksverslag, een verslag van een voetbalwedstrijd.

Slide 4 - Tekstslide

5 W+H-vragen? In welk tekstgedeelte beschrijven?

Slide 5 - Open vraag

middenstuk
Wie? 
Wat?
Waar?
Waarom?
Wanneer?
Hoe?

Slide 6 - Tekstslide

Soorten verslagen
Een verslag is een tekst waarin je beschrijft wat je hebt gedaan of wat er is gebeurd. Dit kan bijvoorbeeld een beschrijving zijn van een experiment bij techniek, een stagerapport of een beschrijving van een bezoek aan een bedrijf.

In een zakelijk verslag schrijf je alleen feiten.

In een persoonlijk verslag schrijf je ook je eigen mening. Die mening kun je op twee manieren in je verslag verwerken:
- Je schrijft eerst de feiten op. In het slot geef je je mening.
- Je wisselt feiten en mening af.

Slide 7 - Tekstslide

Examenopdracht 
Zo schrijf je een verslag. 

 Verzamel alle feiten/informatie. Hiervoor kun je de 5w+h-vragen gebruiken. 

  • Noem in de inleiding het onderwerp en leg kort uit waar het verslag over gaat;
  • Vertel in het middenstuk de gebeurtenissen in de volgorde waarin ze gebeurd zijn: de chronologische volgorde (signaalwoorden van tijd: eerst, toen, daarna). Hier behandel je de 5w+h-vragen uitgebreid. 
  • Slot: schrijf je mening of vat alles kort samen.


Slide 8 - Tekstslide

Conventies verslag schrijven op een rijtje
1. Middenstuk: wie; wat; waar; wanneer; waarom; hoe (5W+H-vragen) en gebeurtenissen in chronologische volgorde (signaalwoorden voor tijd: eerst, daarna, toen etc.)
2. Slot: conclusie/ samenvatting/mening
3. Inleiding: introductie van je verslag/ kort antwoord op 5W+H-vragen .
4. Titel : opvallend, kort en aantrekkelijk!

Slide 9 - Tekstslide

Kijkopdracht
In tweetallen
-Bekijk eerst het filmpje op de volgende dia.
-Beantwoord de 5W + H vragen over wat er gebeurt in dit filmpje
-Schrijf mee tijdens het kijken
-Let op de volgorde van gebeurtenissen (chronologisch)





Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Klaar met schrijven???
• Controleer je tekst: 

- Staat alles erin?
- Staan de gebeurtenissen in chronologische volgorde?
- Is de tekst verdeeld in alinea's? 
- Zijn alle zinnen volledig en begrijpelijk?
-  Is de tekst goed gespeld en zijn de leestekens goed gebruikt?

Slide 12 - Tekstslide

Binnenkort nieuwe schrijfopdracht voor 'cijfer'
 (0-V-G)
Onvoldoende, dan overschrijven!!!

Slide 13 - Tekstslide