Dit hoofdstuk gaat over Krimi, een belangrijk onderdeel is het beschrijven van personen en dingen.
In je Staatsexamen is dit een vast examenonderdeel.
Slide 3 - Tekstslide
Wie sah er/ sie aus?
er zijn verschillende manieren om een persoon te beschrijven. We kijken even een kort filmpje met uitleg.
Slide 4 - Tekstslide
Aufgabe
Er is een overval gepleegd op de receptie en al het geld voor leuke activiteiten is gestolen. De overval is net na half negen gepleegd, toevallig op het moment dat de camera’s uit waren door een computerstoring. Doordat vandaag de brug echt open stond was je vijf minuten te laat. Jij hebt als enige leerling de overvaller gezien en wordt uitgenodigd bij de politie om de overvaller te beschrijven. Helaas is er in de omgeving een gigantisch agententekort en worden er agenten uit Duitsland ingezet om in te vallen.
Slide 5 - Tekstslide
Aufgabe
Jullie gaan de rol van getuige en agent spelen.
jullie krijgen allemaal een pakketje met:
- de opdracht
- foto's
-scoreformulier
- tekenbladen
Slide 6 - Tekstslide
Aufgabe
Gebruik de woordenlijst en de Redemittel.
Zoek eerst dingen op voor je het aan mij vraagt.
Slide 7 - Tekstslide
Hören
Welke strategie gebruik jij voor het luisteren?
Bekende woorden herkennen en context raden?
Inzetten van wat je al weet over het onderwerp?
De manier van spreken en omgevingsgeluiden?
...?
Slide 8 - Tekstslide
Üben
Noteer voor jezelf:
de eerste 3 onderwerpen
per onderwerp in steekwoorden de inhoud
Slide 9 - Tekstslide
Lesen H und I
Mache Aufgaben 21 bis 25 auf Seite 75 bis 77 dazu.
Schon fertig?--> Versuche Aufgabe 28 und Aufgabe 29