Winter in de stad

Welkom in de les
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2 Inburgering/alfabetisering volwasseneducatieBeroepsopleiding

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom in de les

Slide 1 - Tekstslide

Wat je vandaag gaat leren:
                - woorden over de winter
                - begrijpend luisteren
                - zinnen maken 

Slide 2 - Tekstslide

Het programma
                1.   "Winter in de stad."
               
                2.  Class Notebook  :
                      Pologne    >  samen bespreken
                      Firehiwet  >  instaptoets
                      Carol           >   Examentraining schrijven + KNM
                       A2               >   3.11 Een nieuwsbrief



Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je aan bij: 'winter' ?
winter

Slide 4 - Woordweb

luister naar de tekst.
Winter in de stad.

Slide 5 - Tekstslide

Welke woorden hoorde je?

Slide 6 - Open vraag

luister nu nog een keer.
Winter in de stad.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is dit?
A
een spreeuw
B
een meeuw
C
een olifant
D
een giraffe

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent glad?
A
ik kan makkelijk staan.
B
Ik kan makkelijk zitten.
C
Ik kan makkelijk vallen.
D
Ik kan makkelijk liggen.

Slide 9 - Quizvraag

Het is glad.

Slide 10 - Tekstslide

Welke 'ijs' hoort bij de tekst?
A
plaatje links
B
plaatje rechts

Slide 11 - Quizvraag

luister nu nog een keer.
Winter in de stad.

Slide 12 - Tekstslide

wat betekent
'de sloot'?
A
plaatje links
B
plaatje rechts

Slide 13 - Quizvraag

de sloot

Slide 14 - Tekstslide

Luister en lees mee  > 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Maak nu de vragen:

Slide 17 - Tekstslide

Het is winter
A
ja
B
nee
C
weet niet

Slide 18 - Quizvraag

Het regent in de stad.
A
ja
B
nee
C
weet niet

Slide 19 - Quizvraag

De stoep is glad.
A
ja
B
nee
C
weet niet

Slide 20 - Quizvraag

Er ligt ijs op de sloot.
A
ja
B
nee
C
weet niet

Slide 21 - Quizvraag

De mensen schaatsen.
A
ja
B
nee
C
weet niet

Slide 22 - Quizvraag

Er zitten 4 meeuwen op het ijs.
A
ja
B
nee
C
weet niet

Slide 23 - Quizvraag

Sleep nu het g
Sleep nu het goede woord in de zin.

Slide 24 - Tekstslide

rijden
zout
stad
glad
water
ijs
smelten
sneeuw
moeilijk

Slide 25 - Sleepvraag

Luister en typ de zin.

Slide 26 - Open vraag

Luister en typ de zin.

Slide 27 - Open vraag

Luister en typ de zin.

Slide 28 - Open vraag

Je gaat nu een video kijken.
Luister goed, want je krijgt ook vragen over de video!

Slide 29 - Tekstslide

De video stopt >
geef antwoord op de vraag.

Ben je klaar? Dan gaat de video verder.

Slide 30 - Tekstslide

6

Slide 31 - Video

00:19
Hoeveel sneeuw ligt in
het noorden van het land?
A
30 cm
B
een dun laagje
C
heel veel sneeuw
D
weinig sneeuw

Slide 32 - Quizvraag

00:48
Is gisteren normale sneeuw gevallen?
A
nee, het is heel droge sneeuw.
B
nee, het is heel natte sneeuw.

Slide 33 - Quizvraag

00:53
wat gooien de mensen naar de politie?
A
voetballen
B
stenen
C
oliebollen
D
sneeuwballen

Slide 34 - Quizvraag

01:40
Welke problemen geeft de sneeuw?
A
problemen in het verkeer
B
problemen met strooien van zout
C
problemen in huis
D
problemen voor kinderen

Slide 35 - Quizvraag

01:46
Waarom strooien ze zout op de weg?
A
Dat is mooi.
B
Dat is gezellig.
C
Dat is veilig.
D
Dat is glad.

Slide 36 - Quizvraag

02:09
Wat betekent 'code rood'?
A
Je kunt beter voorzichtig zijn.
B
Je kunt beter warme kleding aan doen.
C
Je kunt beter niet de weg op gaan.
D
Je kunt beter naar de tv kijken.

Slide 37 - Quizvraag

Dit was "Winter in de stad."

Slide 38 - Tekstslide

Vind jij winter fijn?
ja
nee
soms
ander, ... namelijk

Slide 39 - Poll

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 40 - Open vraag

Welk woord was nieuw?

Slide 41 - Open vraag

Slide 42 - Tekstslide