Meervoud

Meervoud
Meervoud
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Meervoud
Meervoud

Slide 1 - Tekstslide

Veel woorden eindigen 
in het meervoud op -en
Tekst - Teksten
Hond - Honden
Stoel - Stoelen
Boek - Boeken

Slide 2 - Tekstslide

Soms moet het woord aangepast worden:
Een korte klank krijgt 2 medeklinkers
Een lange klank krijgt 1 klinker
Oor - Oren
Kat - Katten
Raam - Ramen
Vis - Vissen

Slide 3 - Tekstslide

Soms moet het woord aangepast worden
Een -s wordt een -z
Een -f wordt een -v
Brief - Brieven
Huis - Huizen

Slide 4 - Tekstslide

h...s
A
ui
B
a
C
aa
D
ee

Slide 5 - Quizvraag

haas heeft een...
A
korte klank
B
lange klank
C
korte en lange klank
D
niks

Slide 6 - Quizvraag

d...k
A
a
B
aa
C
eu
D
ui

Slide 7 - Quizvraag

dak heeft een....
A
korte klank
B
lange klank
C
korte en lange klank
D
niks

Slide 8 - Quizvraag

z...n
A
a
B
aa
C
o
D
oo

Slide 9 - Quizvraag

zon heeft een...
A
korte klank
B
lange klank
C
korte en lange klank
D
niks

Slide 10 - Quizvraag

r...m
A
a
B
aa
C
eu
D
ui

Slide 11 - Quizvraag

raam heeft een...
A
korte klank
B
lange klank
C
korte en lange klank
D
niks

Slide 12 - Quizvraag

boom heeft een...
A
korte klank
B
lange klank
C
korte en lange klank
D
niks

Slide 13 - Quizvraag

b...m
A
o
B
oo
C
a
D
aa

Slide 14 - Quizvraag

bom
heeft een...
A
korte klank
B
lange klank
C
korte en lange klank
D
niks

Slide 15 - Quizvraag

man  /  mannen

bom / bommen / bommen          

Verdubbelingsregel

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf hier het meervoud van pen

Slide 17 - Open vraag

Schrijf hier het meervoud van teen

Slide 18 - Open vraag

Schrijf hier het meervoud van steen

Slide 19 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: stip

Slide 20 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: raam

Slide 21 - Open vraag

Schrijf hier het meervoud van tas

Slide 22 - Open vraag

Schrijf hier het meervoud van dop

Slide 23 - Open vraag

Sommige woorden krijgen in het meervoud een -s
Het woord krijgt een -s als ze eindigen op:
-el   -em   -en    -er    -ie
lepel - lepels
bezem - bezems
Keuken - Keukens
Emmer - Emmers

Slide 24 - Tekstslide

Schrijf het meervoud van: appel

Slide 25 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: molen

Slide 26 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: kamer

Slide 27 - Open vraag

Sommige woorden krijgen in het meervoud een -'s
Het woord krijgt een -'s als deze eindigt op 1 van de volgende klinkers:
-a   -i   -o   -u   -y
Auto- Auto's
Baby - Baby's
Radio - Radio's
Oma - Oma's

Slide 28 - Tekstslide

Schrijf het meervoud van: foto

Slide 29 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: kiwi

Slide 30 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: hobby

Slide 31 - Open vraag

En nu alles door elkaar

Slide 32 - Tekstslide

Schrijf het meervoud van: voet

Slide 33 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: taxi

Slide 34 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: bloem

Slide 35 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: boom

Slide 36 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: menu

Slide 37 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: cadeau

Slide 38 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: tafel

Slide 39 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: vakantie

Slide 40 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: kast

Slide 41 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: meester

Slide 42 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: prijs

Slide 43 - Open vraag

Schrijf het meervoud van: pen

Slide 44 - Open vraag