herhaling stofwisseling

herhaling Stofwisseling
twee processen:
1. dissimilatie: afbraak van glucose tot kooldioxide en water
2. fotosynthese: opbouw van glucose uit kooldioxide en water

1. Binas tabel 68A-E
2. Binas tabel 69A-C
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

herhaling Stofwisseling
twee processen:
1. dissimilatie: afbraak van glucose tot kooldioxide en water
2. fotosynthese: opbouw van glucose uit kooldioxide en water

1. Binas tabel 68A-E
2. Binas tabel 69A-C

Slide 1 - Tekstslide

welke van de volgende deelprocessen hoort niet thuis in de dissimilatie?
A
glycolyse
B
ademhalingsketen
C
citroenzuurcyclus
D
Calvincyclus

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Aerobe afbraak van glucose
In het cytoplasma en het mitochondrium

1. Glycolyse
2. Decarboxylering (vorming acetyl-coA)
3. citroenzuurcyclus
4. oxidatieve fosforylering

Slide 4 - Tekstslide

Glycolyse. 
Paars = kost ATP
Rood = levert ATP op
Blauw = begin- en eindproduct. 
Plaats: in cytoplasma
Grijs komt later.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag! Neem over en vul in..
NADH,H+
FADH2
ATP
glycolyse
decarboxylering
citroenzuurcyclus
x3 ATP
x2 ATP
totaal

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag! Neem over en vul in..
NADH,H+
FADH2
ATP
glycolyse
2
2
decarboxylering
2
citroenzuurcyclus
6
2
2
x3 ATP
x2 ATP
totaal
30
4
4

Slide 8 - Tekstslide

Hoe vaak wordt de citroenzuurcyclus gebruikt voor de afbraak van 1 molecuul glucose?
A
1/2 x
B
1x
C
2x
D
4x

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat maakte de vorige dia duidelijk?
A
De citroenzuurcyclus is vooral voor koolhydraten
B
eiwitten en vetten kunnen afgebroken worden tot glucose
C
eiwitten en vetten leveren ook energie
D
glucose levert meer energie dan eiwitten of vetten

Slide 11 - Quizvraag

Een dieet met vooral eiwitten levert meer gewichtsverlies op dan een dieet met vooral koolhydraten
A
onzin. Eiwitten en koolhydraten bevatten ongeveer evenveel energie
B
onzin. Maar het is wel wat gezonder misschien.
C
onzin. Het maakt niet uit wat je eet, als je maar minder eet
D
onzin. Alleen het sherry-dieet werkt.

Slide 12 - Quizvraag

wat gebeurt er met NADH2 die ontstaat bij de glycolyse en de citroenzuurcyclus?

Slide 13 - Open vraag

hoeveel NADH2 ontstaat er per glucosemolecuul in de aerobe dissimilatie?
A
2
B
8
C
10
D
weet ik niet

Slide 14 - Quizvraag

hoeveel CO2 ontstaat er per glucosemolecuul in de aerobe dissimilatie?

Slide 15 - Open vraag

ga naar tabel 68B
-hoeveel ATP levert de glycolyse netto op?

Slide 16 - Open vraag

ga naar tabel 68C
-hoeveel NADH2 levert de citroenzuurcyclus vanaf pyrodruivenzuur per glucosemolecuul op?

Slide 17 - Open vraag

-hoeveel ATP levert de citroenzuurcyclus vanaf pyrodruivenzuur per glucosemolecuul op?

Slide 18 - Open vraag

ga naar tabel 68D
-welk celorganel is in geel afgebeeld?

Slide 19 - Open vraag

afgebeeld is de electronentransportketen
-welke stof dient als uiteindelijke electronenacceptor in deze ademhalingsketen?

Slide 20 - Open vraag

hoeveel ATP ontstaat er echt per NADH2?
-dat is niet af te lezen uit tabel 68D
-de NADH2 komt uit de citroenzuurcyclus en uit de glycolyse
-3 ATP per NADH2 uit citroenzuurcyclus
- 2 ATP per NADH2 uit glycolyse vanwege membraantransport vanuit cytoplasma naar het stroma van de mitochondria (kost gemiddeld 1 ATP per NADH2)

Slide 21 - Tekstslide

Fotosynthese
-Binas tabel 69A
-lichtreactie: splitsing van water, levert NADPH2 en ATP
-donkerreactie: koppeling van CO2 tot glucose, met energie uit de lichtreactie

Slide 22 - Tekstslide

ga naar tabel 69B.1
-wat zijn P680 en P700?

Slide 23 - Open vraag

-in welk molecuul komen de electronen uit water terecht aan het einde van de lichtreactie?

Slide 24 - Open vraag

ga naar tabel 69B.2
-wat gebeurt er met de protonen (H+) die vrijkomen bij de splitsing van water?

Slide 25 - Open vraag

ga naar tabel 69B.3
wat gebeurt er met de electronen na ferredoxine?

Slide 26 - Open vraag

ga naar tabel 69C: de donkerreactie of Calvincyclus
- hoeveel ATP is er nodig voor de vorming van één glucosemolecuul?

Slide 27 - Open vraag

- hoeveel NADPH2 is er nodig voor de vorming van één glucosemolecuul?

Slide 28 - Open vraag

-wat is het doel van de cyclische fosforylering? (Binas 69B3)

Slide 29 - Open vraag

via link in itslearning
maak de oefentoets van Stofwisseling

Slide 30 - Tekstslide