Je zintuigen vangen prikkels op. Maar wat zijn prikkels?
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Je zintuigen vangen prikkels op. Maar wat zijn prikkels?
Slide 1 - Open vraag
Ademhaling door de neus is beter dan door de mond. Welke reden klopt niet?
A
Door de neus kan ik ruiken of de lucht goed is.
B
Door de neus worden stofdeeltjes opgevangen in het slijmvlies
C
Door de neus kan de lucht beter verwarmt worden.
D
Door de neus kan de lucht sneller in de longen komen.
Slide 2 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
Reukzintuigcellen
B
Netvlies
C
Smaakknopjes in de tong
D
Zenuwen
Slide 3 - Quizvraag
hoe heet het zwarte rondje in de iris?
Slide 4 - Open vraag
Hoe komen puistjes op je huid?
Slide 5 - Open vraag
Je zintuigcellen zetten ... om naar impulsen.
Slide 6 - Open vraag
Basisstof 6: Regeling
Slide 7 - Tekstslide
Wat kun je zeggen over hormonen?
Slide 8 - Woordweb
Wat moet je kunnen?
Je kunt uitleggen wat terugkoppeling is en hier voorbeelden van geven.
Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.
Slide 9 - Tekstslide
Wat zijn hormonen?
Stoffen die de werking van bepaalde organen regelen
Gemaakt in hormoonklieren
Worden vervoert door het bloed
Slide 10 - Tekstslide
Regeling van de hoeveelheid glucose
Het glucosegehalte daalt door verbruik in de cellen.
Het stijgt door de opname van verteerd voedsel.
Constant houden van het glucosegehalte door twee hormonen uit de alvleesklier:
- Insuline: stimuleert de opname van glucose in cellen en de opslag van glycogeen in lever en spieren.
- Glucagon: stimuleert de omzetting van glycogeen in glucose.
Slide 11 - Tekstslide
Regeling glucosegehalte
Negatieve terugkoppeling
Positieve terugkoppeling
Slide 12 - Tekstslide
Adrenaline
Ook adrenaline heeft invloed op de glucosegehalte in het bloed.
Adrenaline wordt gemaakt in de bijnieren.
Wanneer komt adrenaline vrij?
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag.
Maken opdrachten Thema 5 basisstof 6 opdrachten : 1, 2, 3, 5, 6 en 8 Klaar? --> bij mij laten zien / verbeteren Begrippen in schrift met betekenis. Dit is volgende les af!