Domein 5 5.3 en 5.4

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 2

Domein 5   

staafdiagram (5.3) en cirkeldiagram (5.4)

Eind van de les heb je geoefend met het 'lezen' van 

staaf- en cirkeldiagrammen

Soorten diagrammen

Vorige les:

                                       

  

Lijndiagram 

                                      

                                                    

Staafdiagram                  Cirkeldiagram

Deze les:

stapeldiagrammen

Stapeldiagram

Samengesteld staafdiagram 

Staafdiagram (staand)

- Hoeveel bezoekers onder de 18 jaar waren er op zaterdag?

- En op vrijdag?

- Hoeveel bezoekers waren er 18 jaar of ouder op zondag?

- Wat is het gemiddeld aantal bezoekers onder de 18 jaar? 

Staafdiagram (liggend)

Hoeveel uur werken vrouwen gemiddeld? 

Hoeveel uur slaapt een vrouw gemiddeld?

Liggende staafdiagram

Cirkeldiagram

In een cirkeldiagram stelt de cirkel altijd het totaal voor. Vaak in percentages (100%) of in breuken. 

De cirkel is verdeeld in stukken die we sectoren of segmenten noemen. 

Cirkeldiagram

Wat is het meest verkocht?

Wat is het minst verkocht?

Welke twee sectoren vormen bijna net zoveel verkoop als de broodjes?

Er is onderzocht met welk vervoer de studenten van klas L2A naar school komen. Hoe kan dit het beste worden weergeven?

1. Staafdiagram
2. Lijndiagram
3. Cirkeldiagram
4. Tabel

Welk van de onderstaande diagrammen geeft over het algemeen de meeste informatie?

1. 
2. 
3. 

30% van de verkochte producten is boter
Welk cirkeldiagram past hierbij?

1. 
2. 
3. 
4. 

In de grafiek zie je van een aantal jaar het gemiddelde loon en de gemiddelde kosten per maand van de familie Amps.

Hoeveel gaf familie Amps in 2005 gemiddeld per jaar uit aan voeding?

1. €3000,-
2. €500,-
3. €6000,-
4. €3500,-

Een reisbureau noteert de leeftijden van de deelnemers aan de reizen.
Er waren 148 deelnemers van 66 jaar en ouder. Hoeveel deelnemers waren er in totaal? Laat je berekening zien.

Lijngrafiek

Staafdiagram

Cirkeldiagram

Beeldgrafiek

Was deze uitleg duidelijk voor jou?

010

Zelfstandig werken 

Maak de opdrachten van paragraaf 5.3 en 5.4