Verkeer H4 les 1

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Dit ga je leren in het hoofdstuk:
  • Welke verkeerstekens  mensen geven en wat deze betekenen.
  • Welke tekens op het wegdek en naast de weg staan.
  • Wat de verkeersborden betekenen waar jij het meeste mee te maken hebt.
  • Dat je alle verkeersborden kunt begrijpen door te kijken naar de vorm, de kleur  en het teken op het bord.

Slide 3 - Tekstslide

Dit ga je deze les leren:
  • Je herhaalt de betekenis van een aantal verkeersborden.
  • Je herhaalt een aantal verkeerstekens.

Slide 4 - Tekstslide

De juf deelt een video met jullie om te kijken.

Slide 5 - Tekstslide

Lees dit eerst goed voor de de opdrachten gaat maken.

Slide 6 - Tekstslide

De scooterrijder geeft tekens. Wie waarschuwt zij daarmee? Sleep het juiste woord naar de zin.
Zij waarschuwt ... met haar toeter.
Zij waarschuwt ... met haar remlichten.
Anderen
Amy

Slide 7 - Sleepvraag

Vind jij dat je tijdens het fietsen je mobiel mag gebruiken? Leg je antwoord uit.

Slide 8 - Open vraag

1. Bij een rood stoplicht ... je.
2. Als je afslaat op de fiets, ... je je hand uit.
3. Haaientanden geven aan dat je ... moet geven.
4. In een fietsstrook staat altijd een ... van een fiets.
5. Je steekt over bij een ...
stop
steek
voorrang
teken
zebrapad

Slide 9 - Sleepvraag

Je mag hier niet...
Pas op
Hier is...
Je moet hier...

Slide 10 - Sleepvraag


A
Je moet hier rechtsaf als je fietst
B
Je mag hier niet lopen
C
Hier is een zebrapad
D
Pas op, hier steken kinderen over.

Slide 11 - Quizvraag


A
Je moet hier rechtsaf als je fietst.
B
Je mag hier niet lopen.
C
Hier is een zebrapad.
D
Pas op, hier steken kinderen over.

Slide 12 - Quizvraag


A
Je moet hier rechtsaf als je fietst.
B
Je mag hier niet lopen.
C
Hier is een zebrapad.
D
Pas op, hier steken kinderen over.

Slide 13 - Quizvraag


A
Je moet hier rechtsaf als je fietst.
B
Je mag hier niet lopen.
C
Hier is een zebrapad.
D
Pas op, hier steken kinderen over.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Kijk naar de vorige slide. Zet de letters achter elkaar. Wat lees je?

Slide 16 - Open vraag