doelen 1 t/m 3

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Niels verdient 4 euro per uur.
Het aantal uur x ... is wat Niels verdient.

Slide 4 - Open vraag

Isa verdient 3 euro per uur.
Het aantal uur x ... is wat Isa verdient.

Slide 5 - Open vraag

Familie Jansen gaat op vakantie. De afstand naar de camping is 600km.
Hoe lang doen ze erover als ze 100km per uur rijden?
A
600 x 100 = 60000 uur
B
600 + 100 = 700 uur
C
600 : 100 = 6 uur
D
600 - 100 = 500 uur

Slide 6 - Quizvraag

Familie Jansen gaat op vakantie. De afstand naar de camping is 600km.
Hoe lang doen ze erover als ze 80 km per uur rijden?
A
600 x 80 = 48000 uur
B
600 + 80 = 680 uur
C
600 : 80 = 7,5 uur
D
600 - 80 = 520 uur

Slide 7 - Quizvraag

Familie Jansen gaat op vakantie. De afstand naar de camping is 600km.
Je wil weten hoe lang je erover doet voordat je er bent. Welke regel hoort hierbij?
A
600 gedeeld door de snelheid
B
600 keer de snelheid
C
600 plus de snelheid
D
600 min de snelheid

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Familie Jansen gaat op vakantie. De afstand naar de camping is 600km.
Je wil weten hoe lang je erover doet voordat je er bent. Welke pijlenketting hoort hierbij?
A
600 -- : snelheid --> tijd
B
600 -- x snelheid--> tijd

Slide 11 - Quizvraag

Niels verdient 4 euro per uur.
Welke pijlenketting hoort hierbij?
A
verdienste--x4-->aantal uur
B
verdienste--:4-->aantal uur
C
aantal uur--X4-->verdienste
D
aantal uur--:4-->verdienste

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat komt er uit?
A
50
B
52
C
30
D
weet ik niet

Slide 15 - Quizvraag

Wat komt er uit?
A
2
B
25
C
10
D
weet ik niet

Slide 16 - Quizvraag

Wat komt er uit?
A
60
B
25
C
70
D
weet ik niet

Slide 17 - Quizvraag





  • Ga aan de slag met je doelen.
  • Op eigen tempo aan het werk 
  • Elke paragraaf eindigt met een afsluitende opdracht - deze staat ook in je boek, zie afronding.
  • Bij elk doel horen O-opdracht als je het doel nog niet gehaald hebt, U-opdrachten als je het doel gehaald hebt en E-opdrachten als afsluiting van het doel.
  • Zelf je werk serieus nakijken en verbeteren en leren van je fouten!!!








1) Hoe maak je bij een situatie een regel in woorden?
2) Hoe reken je met een pijlenketting?
3) Hoe maak je bij een pijlenketting een formule?
4) Hoe reken je met een formule?
5) Hoe teken je een grafiek bij een formule?

Slide 18 - Tekstslide