Jorr_ALGEMEEN

Vandaag
1
2
3
4
a d r e s
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
1
2
3
4
a d r e s

Slide 1 - Tekstslide

Les 11-4: i.p.v. woorden voorkennis activeren met vragen. Jezelf voorstellen + vragen aan cursisten. 
Vaste lesstructuur Jedidja
09.30   praatje; grammatica; vooruitkijken
09.40   PjM: video; woorden&zinnen(; pf-opdracht)
10.30   lezen
11.00   PAUZE
11.15   ABC
12.00   ABC samenwerken
12.15   terugkijken


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inhoud op 18/03:
- "herhalen"
- kennis maken
(- lesidee: woordweb bij 'winkel')
- de juiste volgorde / sleepvraag (3x seizoen; 1x zin)
- sleepvraag GELD (mooi)
- hoofdletter
- letters-klanken-woord-zin-medeklinker
- kleuren
- lekker PjM 3.5
- Grammatica: heb gemaakt
- DIA 21: imperatief ga zitten


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

her ha len




repeat
التكرار
al takrar
لاعادتها
liadetiha
يكرر
yukarir
nog een keer

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. n aa m
2. l a n d
3. w oo n
4. k i n d
k e nn i s m a k e n
kom uit
in
heb

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

w i n k e l

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

k aa s j e
V i n d ?
l e kk e r

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

oktober, november, ....... .
februari
december
september

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

.................., november, december.
juli, augustus, ....................... .
maart
oktober
september
februari

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

april, ..............., juni.
........................., februari, maart
april
mei
september
januari

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

het muntgeld
de mobiel
het briefgeld
de pinpas
Manieren om te betalen: met ...

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

h oo f l e tt e r
Eerste letter van de zin.



n aa m
m e n s
s t r aa t
s t a d
l a n d

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letters
Het alfabet heeft 26 letters.
Als we schrijven gebruiken we letters: l - a - a - t

Klanken
Als we praten, gebruiken we klanken: [l] - [aa] - [t]

Klinkerklanken (vocalen)
Het Nederlands heeft 16 klinkerklanken:
[aa], [a], [ee], [e], [ie], [i], [oo], [o], [uu], [u], [oe], [eu], [ui], [au], [ei] en [ə]

Medeklinkerklanken (consonanten)
De [l], [h], [t], [g] noemen we medeklinkerklanken. Er zijn 18 medeklinkerklanken in het Nederlands.k

Lettergrepen
Elk woord heeft één of meer lettergrepen. In elke lettergreep staat één klinkerklank.
leuk → één lettergreep met de klinkerklank [eu]
buur-man →twee lettergrepen met de klinkerklanken [uu] en [a]
ont-moe-ten → drie lettergrepen met de klinkerklanken [o], [oe] en [ə] ('stomme e')

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

groen
geel
bruin
blauw
rood
zwart
wit
paars
oranje

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

x
h

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

h
Ik hou van taart.
Ik vind taart lekker.
Ik lust taart.
Ik vind taart niet lekker.
Ik lust geen taart.
Ik hou niet van taart.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



l e kk e r
h
n ie t
l e kk e r
ik hou van

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vind je taart lekker?
Nee, ik vind taart niet lekker.
Nee, ik lust geen taart.
Lust je taart?
Ja, ik vind taart lekker.
Ja, ik lust taart.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels
Ik maak een taart.
Ik maak
nu

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels
Ik heb gemaakt
klaar
Ik heb               een schilderij gemaakt.
Ik heb een taart gemaakt.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels
Ik heb gemaakt
klaar
Ik maak
nu

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels
Wat heb je gemaakt?
Ik heb een schilderij gemaakt.
Wat heb je gedaan?
doen
!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woorden
Zit!

Ga zitten!                              Ga zitten. 

Ga maar zitten.

Ga maar zitten hoor.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies