05 prof klantgegev

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wft BasisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal één item dat je gehoord hebt in het filmpje.

timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal één item dat je gehoord hebt in het filmpje.

timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie geldt de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)?
A
De Nederlandse overheid
B
Uitsluitend de financiele dienstverlening
C
Alle organisaties (inclusief de overheid) in Nederland
D
Alle organisaties (inclusief de overheid) in de Europese Unie (EU)

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ingrid werkt als receptioniste bij de gemeente Zwolle. Tijdens de lunchpauze wandelt zij regelmatig met de collega's van de afdeling juridische zaken waaronder Peter. Peter is inmiddels 3 weken afwezig omdat hij geopereerd moest worden.
Ingrid wil een kaar sturen naar Peter maar weet zijn adres niet. Daarom stuurt zij een e-mail aan de de afdeling HR om navraag te doen naar zijn adres. Wat is de juiste reactie van de HR medewerker?
A
De HR medewerker stuurt Ingrid het adres van Peter.
B
De HR medewerker stuurt Ingrid het adres van Peter niet.
C
De HR medewerker geeft aan dat zij Peter zal vragen of ze zijn adres mag verstrekken aan collega's voor beterschapswensen.
D
De HR medewerker verstuurt de kaart namens Ingrid.

Slide 15 - Quizvraag

HR = Human Resources

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sinds 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van kracht. De AVG maakt onderscheid tussen standaard en bijzondere persoonsgegevens.

Wat is een zogenaamd ‘bijzonder’ persoonsgegeven?
A
Een BSN-nummer
B
Een pasfoto
C
Medische gegevens
D
Telefoonnummer

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Bijzondere persoonsgegevens mogen altijd verwerkt worden.
2. Een belangrijk doel van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is dat de privacyrechten van burgers worden uitgebreid.



A
1. Juist 2. Juist
B
1. Juist 2. Niet juist
C
1. Niet juist 2. Juist
D
1. Niet juist 2. Niet juist

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De AVG kent verschillende rechten toe aan personen van wie persoonsgegevens worden verwerkt.

Hoe heet het recht om de toestemming van verwerking van gegevens in te trekken en te verwijderen?
A
Het recht op inzage
B
Het recht op vergetelheid
C
Het recht op dataportabiliteit

Slide 25 - Quizvraag

Recht op informatie
De betrokkene moet worden geïnformeerd zodra de verwerking van zijn persoonsgegevens plaatsvindt en er moet kenbaar gemaakt worden wat de doeleinden hiervan zijn.
Recht van inzage
De AVG kent verschillende rechten toe aan personen van wie persoonsgegevens worden verwerkt.

Hoe heet het recht om te weten welke persoonsgegevens de organisatie heeft en wie het mag inzien?
A
Het recht op inzage
B
Het recht op vergetelheid
C
Het recht op dataportabiliteit

Slide 26 - Quizvraag

Recht op informatie
De betrokkene moet worden geïnformeerd zodra de verwerking van zijn persoonsgegevens plaatsvindt en er moet kenbaar gemaakt worden wat de doeleinden hiervan zijn.
Recht van inzage
Een klant heeft via een tussenpersoon een aantal verzekeringen afgesloten bij diverse verzekeraars.
De klant gaat nu emigreren en heeft deze verzekeringen allemaal niet meer nodig. De klant vraagt aan de tussenpersoon om al zijn gegevens te verwijderen en daarnaast wil de klant dat ook bij de verzekeraars al zijn gegevens worden verwijderd. Hij vraagt of de tussenpersoon dit aan de verzekeraars wil doorgeven.

Wat moet de tussenpersoon nu doen?
A
De gegevens van de klant verwijderen en het verzoek van de klant doorgeven aan de verzekeraars
B
De gegevens van de klant verwijderen en de klant vragen om zijn verzoek zelf door te sturen naar de verzekeraars
C
De gegevens van de klant verwijderen. De tussenpersoon hoeft dit verzoek niet door te geven aan de verzekeraars

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 03 Het levensfasenmodel
Benoem bij elke levensfase twee financiële producten.
Volgens mij best lastig. Daarom de volgende vragen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee financiële producten.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem nu twee ANDERE financiële producten.
Deze mogen NIET bij de vorige vraag al zijn verschenen.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies