Opdracht 3, bijvoorbeeld:
- De trouwe klant (ow) haalt elke dag vers brood bij de bakker.
- De bakker beloont de trouwe klant (lv) jaarlijks met een taart.
- De bakker geeft de trouwe klant (mv) soms extra korting.
- Een sponsoractie (ow) kan veel geld opleveren.
- De leerlingen organiseren voor een goed doel een sponsoractie (lv).
- Diverse ouders doneren geld voor een sponsoractie (mv).
- Joris en Boris (ow) sporten graag in hun vrije tijd.
- De gymdocent heeft Joris en Boris (lv) gevraagd voor het grote sporttoernooi.
- De coach overhandigt Joris en Boris (mv) een medaille als bedankje.
- Het pasgeboren girafje (ow) trok veel bezoekers in de dierentuin.
- Veel bezoekers kwamen het pasgeboren girafje (lv) bewonderen.
- Sommige bezoekers wilden het pasgeboren girafje (mv) voedsel geven.