In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen vorige les
Aan het eind van de les:
Leer je wat een vacature is;
Leer je op welke manieren je kunt zoeken naar werk;
Leer je wat solliciteren inhoudt.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een werknemer?
A
Het bedrijf waarvoor je werkt
B
Je eigen bedrijf hebben
C
voor een bedrijf werken
D
iemand die niet geeft maar neemt
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een werkgever?
A
Het bedrijf waarvoor je werkt
B
Je eigen bedrijf hebben
C
voor een bedrijf werken
D
iemand die niet geeft maar neemt
Slide 4 - Quizvraag
Wat gaan we vandaag doen?
Les 3: Arbeidsovereenkomst
- wat staat er in een arbeidsovereenkomst?
- welke wetten en regels gelden voor ontslag?
- wat is het verschil tussen netto en bruto loon?
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Lees de theorie arbeidsovereenkomst op blz. 136
Slide 8 - Tekstslide
Arbeidsovereenkomst
Arbeidsvoorwaarden
Bepaalde tijd
Onbepaalde tijd
Een document waarin afspraken tussen een werknemer en werkgever staan.
De afspraken tussen een werknemer en werkgever.
Tijdelijke arbeidsovereenkomst
Vast contact (contract zonder einddatum)
Slide 9 - Sleepvraag
Ontslag blz. 139
Een arbeidsovereenkomst (contract) kan niet zonder reden worden opgezegd. Het contract loopt tot een bepaalde of onbepaalde datum. Tenzij.... Kijk het volgende filmpje!
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Opdrachten
Opdracht 1. blz. 137
Opdracht 2. blz. 139
Maak de opdracht samen met je buurman of buurvrouw.
timer
15:00
Slide 12 - Tekstslide
Lees de theorie over loon op blz. 141
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Een ander woord voor loon is:
A
Bankrekening
B
Salaris
Slide 16 - Quizvraag
Hoe vaak krijg je je loon uitbetaald?
Meerder antwoorden mogelijk..
A
Wekelijks
B
Dagelijks
C
Jaarlijks
D
Maandelijks
Slide 17 - Quizvraag
Het brutoloon is het salaris wat je met je werkgever (baas) hebt afgesproken?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Het brutoloon is net zoveel als het nettoloon?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Je betaalt belasting, dat gaat van je brutoloon af?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Als de belasting van je brutoloon af is, blijft je nettoloon over?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Als je loon gestort wordt, is dat je brutoloon?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Opdrachten
Opdracht 3. blz. 141-142
timer
10:00
Slide 23 - Tekstslide
Noem 2 redenen om op staande voet ontslagen te worden: