Stofwisseling en spijsvertering

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je over stofwisseling?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

wat is metabolisme
A
Een ander woord voor dissimilatie
B
Een ander woord voor assimilatie
C
Een ander woord voor stofwisseling
D
Een ander woord voor katabolisme

Slide 8 - Quizvraag

Stone
Assimilatie
Dissimilatie
Afbraak
Anabolisme
katabolisme
opbouw

Slide 9 - Sleepvraag

Welke vier stofwisselingssystemen zijn er?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

4. Etenswaren leggen de volgende route af: mondholte, keelholte, slokdarm, maag, ____ , dikke darm
A
dunne darm
B
alvleesklier
C
lever
D
galblaas

Slide 14 - Quizvraag

Hoe zijn de wanden van de spijsverteringsorganen van binnen naar buiten opgebouwd?
1
2
3
4
glad spierweefsel circulair
slijmvlies
bindweefsel
glad spierweefsel in lengterichting

Slide 15 - Sleepvraag

Welk enzym zit er in je speeksel?
A
lipase
B
amylase
C
protease

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

sleep de woorden naar de juiste plek
strottenklepje
huig
mondholte
luchtpijp
neusholte

Slide 20 - Sleepvraag

Wat zijn de functies
van de maag?

Slide 21 - Woordweb

Wat is peristaltiek?
A
Samentrekkende beweging door kringspieren
B
De zwaartekracht
C
het naar beneden vallen van voedsel
D
verwijden van de slokdarm

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

sleep de woorden naar de juiste plek
chylvat
bloedvat
verteerd voedsel
darmvlok

Slide 27 - Sleepvraag

Welke 2 hormonen maakt de alvleesklier?
A
lipase & insuline
B
glucagon & amylase
C
insuline & glucagon
D
amylase & lipase

Slide 28 - Quizvraag

In welke drie processen speelt de lever een grote rol?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide