In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe hoog is de deur ongeveer?
Een deur is ongeveer
2 m hoog
200 cm hoog
2000 mm hoog
Welke maat gebruiken wij meestal bij zo'n lengte?
Slide 2 - Tekstslide
Welke lengtemaat hoort erbij?
Waarom gebruiken wij geen meters bij dit bord?
Slide 3 - Tekstslide
lesdoel
Ik kan een passende lengtemaat in een context of berekening kiezen.
Met context bedoelen we de omgeving waarin iets gebeurt.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is ons lesdoel?
Slide 5 - Open vraag
Er is brand uitgebroken in een gebouw. Het gebouw is .....
A
10 cm hoog
B
10 dm hoog
C
10 m hoog
D
10 km hoog
Slide 6 - Quizvraag
De brandweer blust het gebouw. De brandweerkazerne ligt .....
A
3,5 cm verderop
B
3,5 dm verderop
C
3,5 m verderop
D
3,5 km verderop
Slide 7 - Quizvraag
Een journaliste vertelt erover. Zij is .....
A
1,68 mm lang
B
1,68 cm lang
C
1,68 dm lang
D
1,68 m lang
Slide 8 - Quizvraag
De microfoon die de journaliste bij zich heeft is .....
A
22 mm lang
B
22 cm lang
C
22 dm lang
D
22 m lang
Slide 9 - Quizvraag
Bij de brand is één gewonde gevallen. Op de snelweg reed de ziekenauto .....
A
3 km per uur
B
12 km per uur
C
30 km per uur
D
120 km per uur
Slide 10 - Quizvraag
Het ziekenhuis staat vlakbij het gebouw dat in brand stond, op een afstand van ....
A
650 cm
B
650 dm
C
650 m
D
650 km
Slide 11 - Quizvraag
Noem een voorbeeld van een voorwerp van ongeveer 10 cm lang.
Slide 12 - Open vraag
Noem een voorbeeld van iets dat op een meter afstand ligt.
Slide 13 - Open vraag
Noem een voorbeeld van iets dat 10 mm dik is.
Slide 14 - Open vraag
Wat heb jij vandaag geleerd?
Slide 15 - Open vraag
aan het werk
blok 4, de lessen 11 en 12 die komen gaan, hebben hier mee te maken. Dus dit is ter voorbereiding van de komende lessen. Op je weektaak staat voor nu een werkblad klaar.