10.2: passé composé, parler

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Cours du 7 mars

passé composé, parler

VIFE : Fenna Visser

Planning

• Magister
• Questions
• Grammaire D: passé composé
• Prononciation

Wat ga ik deze les leren?

1. Ik beantwoord vragen over mijn weekend.
2. Ik leer hoe ik een passé composé kan gebruiken.

Magister

• Aanwezig
• Op tijd
• Boeken mee: cahier B
• Huiswerk gemaakt: lire B

Questions

Réponds en français

1. Tu as fait (=gedaan) tes devoirs ?
2. Tu as regardé une série hier (=gisteren) ?

Grammaire D: passé composé (p. 22-25)

Hoe vertaal je het onderstreepte?

• Tu as fait (=gedaan) tes devoirs ?
  
• Tu as regardé une série hier (=gisteren) ?

Passé composé (p. 22-25)

De passé composé (PC) is een verleden tijd:

• uit welke twee stukjes bestaat het?
• avoir (hulpwerkwoord) + voltooid deelwoord
• avoir: onregelmatig rijtje (p. 23)

Passé composé (p. 22-25)

Voltooid deelwoord op -er (bijv: chanter)

• chanter: -er eraf
• chant-: é eraan vast
• chanté

Passé composé (p. 22-25)

• Contrôle: ex. 17f

1. on a dansé
2. tu as mangé
3. Florence a donné
4. Oliver a regarder
5. Amélie a chanté

Prononciation (p. 20)

We gaan de zinnen van 13b zo Frans mogelijk uitspreken!

Wat heb ik geleerd?

1. Ik kan vragen met een passé composé beantwoorden.
2. Ik kan vertellen wat een passé composé is.
3. Ik kan de klank 'en'/'an'/'on' uitspreken.

Devoirs

• Apprendre : herhalen grammatica passé composé, vocabulaire E (10 woorden), chapitre 5
  
• Apporter : cahier B !