Oefenen examen schrijven

Verslag schrijven
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verslag schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel
Aan het eind van deze uitleg:
- Kun je zelfstandig aan de slag met de opdracht.
- Weet je wat de titel, de inleiding, de kern en het slot van een verslag inhouden. Kun je een voorblad en inhoudsopgave maken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vis

Slide 3 - Tekstslide

De vis: de titel in de bovenste vin. Verdeling in kop, lijf en staart.
Wat schrijf je in de inleiding?
A
De inhoud van het verslag
B
De titel
C
Waar het verslag over gaat

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het beste antwoord?
Wat schrijf je in de kern?
A
De inhoud van je verslag
B
Een herhaling van de inleiding
C
Wat de lezer kan verwachten

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat schrijf je in het slot?
A
Nieuwe informatie geven
B
Kort samenvatten
C
Vertellen wat de lezer kan verwachten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je publiek

Slide 7 - Tekstslide

Je publiek bepalen: in de inleiding moet iedereen snappen waar het over gaat. Ook je buurman/tante/oom/tandarts/vriend/etc.

Slide 8 - Tekstslide

Welke tekst leest het fijnst? Waarom? 
Wat zijn alinea's? (Wat zijn tussenkopjes?)
Ik weet nu wat de titel, de inleiding, de kern en het slot van de tekst is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Verslag schrijven
Kies een onderwerp voor je verslag: 

excursie - gesprek op je werk/opleiding - 
dag op je stage - sportwedstrijd

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waar moet het verslag aan voldoen?


- Schrijf in Word je verslag
- Minimaal 200 woorden
- Schrijf een korte inleiding, waarin je uitlegt waarover het verslag gaat. Geef bijvoorbeeld antwoord op de vragen, wat, wanneer en met wie.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- middenstuk: waar gaat het over en wat is er gebeurd. leg je mening uit met een of meer argumenten,
- zet boven het verslag een titel,
- zet je naam en klas onder het verslag,
- controleer je verslag op taal- en spelfouten (zie blz. 238 voor tips). 
 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaar met je verslag?
kijk je verslag na aan de hand van opdracht 2, punt 3 (blz. 101).

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Kun je starten met het maken van je verslag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Deze slide heeft geen instructies