Les 5 Productiefactoren

Productiefactoren
RRNK
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
VeehouderijMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Productiefactoren
RRNK

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De student kent de 4 productiefactoren, te weten kapitaal, arbeid, natuur en ondernemerschap en de bijbehorende begrippen, te weten productiegoederen en productiemiddelen.
  • De student weet wat productiecapaciteit is en de bijbehorende begrippen, te weten kwantiteit, kwaliteit en innovatie.  

Slide 2 - Tekstslide

Productiefactoren
Om een stoel te kunnen maken, heb je een aantal "dingen" nodig. Deze dingen noemen we ook wel productiefactoren. We onderscheiden vier verschillende productiefactoren, namelijk:
  • Kapitaal
  • Arbeid
  • Natuur
  • Ondernemerschap

Slide 3 - Tekstslide

Kapitaal
Productiemiddelen zoals machines of een gebouw.


Slide 4 - Tekstslide

Arbeid
Met arbeid bedoelen we zowel de lichamelijk als geestelijke inspanning die mensen leveren bij het produceren.

Slide 5 - Tekstslide

Natuur
Het materiaal dat nodig is om het product te maken

Slide 6 - Tekstslide

Ondernemerschap
Het risico wat je loopt om winst of verlies te maken.

Slide 7 - Tekstslide

Welke productiefactor(en) zie je op
de foto? Verklaar je antwoord.

Slide 8 - Open vraag

Wat wordt er volgens jou bedoeld met "geestelijke inspanning" bij de productiefactor arbeid?

Slide 9 - Open vraag

Kaasboer De Jong opent vanwege de grote vraag naar zijn kaas een kaaswinkel in Gouda. Noem drie voorbeelden van kapitaalgoederen die je in de kaaswinkel aantreft.

Slide 10 - Open vraag

Productiefactoren en beloningen
Tegenover de productiefactoren staat ook een beloning.

  1. Bij natuur is dat pacht.
  2. Bij arbeid is dat  loon
  3. Bij kapitaal is dat huur óf rente
  4. Bij ondernemerschap is dat (hopelijk) winst

Slide 11 - Tekstslide

Productiefactoren en beloningen
De beloning voor de productiefactor natuur is pacht.

Pacht is een beloning voor het verhuren van een stuk grond.

Slide 12 - Tekstslide

Productiefactoren en beloningen
De beloning voor de productiefactor kapitaal is huur of rente.

Als je een gebouw bezit, kun je dan verhuren. Je ontvangt dan dus huur als beloning.

Als je geld leent om bijvoorbeeld machines te kopen, dan is er sprake van rente.

Slide 13 - Tekstslide

Productiefactoren en beloningen
De beloning voor de productiefactor ondernemerschap is winst.

Als ondernemer krijg jij de omzet min de kosten (zoals de inkoop, loon, stroom) uitgekeerd. Als dit een positief getal is, dan spreken we van winst.

Slide 14 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding rechts. De pijlen geven steeds
een productiefactor of beloning weer. Welke

productiefactor of beloning hoort bij pijl:
1

Slide 15 - Open vraag

Bekijk de afbeelding rechts. De pijlen geven steeds
een productiefactor of beloning weer. Welke

productiefactor of beloning hoort bij pijl:
2

Slide 16 - Open vraag

Bekijk de afbeelding rechts. De pijlen geven steeds
een productiefactor of beloning weer. Welke

productiefactor of beloning hoort bij pijl:
3

Slide 17 - Open vraag

Bekijk de afbeelding rechts. De pijlen geven steeds
een productiefactor of beloning weer. Welke

productiefactor of beloning hoort bij pijl:
4

Slide 18 - Open vraag

Bekijk de afbeelding rechts. De pijlen geven steeds
een productiefactor of beloning weer. Welke

productiefactor of beloning hoort bij pijl:
5

Slide 19 - Open vraag

Bekijk de afbeelding rechts. De pijlen geven steeds
een productiefactor of beloning weer. Welke

productiefactor of beloning hoort bij pijl:
6

Slide 20 - Open vraag

Bekijk de afbeelding rechts. De pijlen geven steeds
een productiefactor of beloning weer. Welke

productiefactor of beloning hoort bij pijl:
7

Slide 21 - Open vraag

Bekijk de afbeelding rechts. De pijlen geven steeds
een productiefactor of beloning weer. Welke

productiefactor of beloning hoort bij pijl:
8

Slide 22 - Open vraag