jr2 Blok 1 wk 2 project Lichaamstaal

Lichaamstaal
week 2:
Aantekeningen maken
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lichaamstaal
week 2:
Aantekeningen maken

Slide 1 - Tekstslide

Wat schrijf je op als aantekeningen maakt?

Slide 2 - Woordweb

Leerdoel

Ik kan aantekeningen maken bij een kort filmpje

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Instructie 1
Aantekeningen
Als je informatie moet onthouden, is het verstandig om aantekeningen te maken. Je schrijft dan de belangrijkste informatie op.
Een spreker helpt je vaak om te horen wat belangrijk is. Bijvoorbeeld:

  1. De spreker vertelt hoe zijn verhaal is opgebouwd met zinnen als: Eerst vertel ik ... Daarna leg ik uit ... en op het eind bespreek ik ...
  2. De spreker benadrukt de hoofdzaken met woorden als: Let op of Luister goed.
  3. De spreker stelt een vraag waarop hijzelf antwoord geeft. Bijvoorbeeld: Wat gebeurt er als je een brandwond niet behandelt? Dan ...
  4. Op het eind geeft de spreker een samenvatting van de hoofdzaken.

Slide 5 - Tekstslide

Instructie 2
Zo maak je aantekeningen

  1. Schrijf het onderwerp op. Dat wordt vaak in het begin genoemd.
  2. Noteer de hoofdzaken. Dat zijn de belangrijkste dingen die over het onderwerp gezegd worden.
  3. Noteer de hoofdzaken in steekwoorden. Je kunt ook pijlen, streepjes en nummers gebruiken.
  4. Noteer bij de hoofdzaken  extra informatie in steekwoorden.

Slide 6 - Tekstslide

Vorige week hebben we een filmpje gekeken over lichaamstaal
Lichaamstaal en stemgebruik
Als je kijkt of luistert naar een programma of filmpje, krijg je informatie. Je krijgt niet alleen informatie door wat de personen zeggen, maar ook door hoe ze het zeggen. Ook uit hun lichaamshouding, gebaren en gezichtsuitdrukking kun je veel informatie halen.

Let bij het kijken en luisteren daarom goed op de volgende punten:
Intonatie (stemgebruik) – Op welke manier spreekt iemand? 
Houding – Hoe zit of staat iemand? 
Gebaren – Gebruikt hij zijn handen om wat hij zegt duidelijker te maken of om te laten zien dat hij iets leuk of interessant vindt?
Gezichtsuitdrukking – Kun je aan het gezicht zien hoe iemand zich voelt? 

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht:
  1. Maak aantekeningen met behulp van de mindmap bij het filmpje over 'Hoe kun je gezichten lezen'
  2. Noteer de hoofdzaken op de takken en bijzaken eromheen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Evaluatie
  1. Wat vond je van deze les
  2. Wat heb je geleerd over gezichtsuitdrukkingen?
  3. Weet je nog wat het lesdoel was?
  4. Wat vond je gemakkelijk?
  5. Wat vond je best moeilijk?

Slide 10 - Tekstslide