De Nederlandse Politiek Tweede kamer

Politiek voor dummies
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Politiek voor dummies

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Stukje geschiedenis
Opkomstplicht:
- van 1917 tot 1970 had Nederland een opkomstplicht bij politieke verkiezingen.
- in 1970 is de plicht afgeschaft.
  Welke invloed heeft dit op de opkomst?

Slide 4 - Tekstslide

Verkiezingsuitkomst

Slide 5 - Tekstslide

De Tweede kamer

Slide 6 - Tekstslide

In deze les leer je:
Waaruit de Tweede kamer bestaat.

Slide 7 - Tekstslide

Ik weet wat de Tweede Kamer is en
wat het doet.
010

Slide 8 - Poll

Verschillende verkiezingen
  • Tweede kamer verkiezingen (maart 2021+2025/wanneer kabinet valt)
  • Provinciale verkiezingen (maart 2023) 

  • Waterschapsverkiezingen (maart 2023)
  • Gemeentelijke verkiezingen (maart 2022+maart 2026)
Indirect stemmen Eerste kamer?
De eerste kamer wordt gekozen door de leden van de provinciale staten. Elke provincie heeft een eigen 'staten' daarvoor kan je kiezen. De leden van de provinciale staten kiezen de leden van de Eerste kamer. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Ik heb afgelopen maart mogen stemmen
Ja
Nee

Slide 11 - Poll

Tweede kamer & kabinet

Slide 12 - Tekstslide

De tweede kamer is in...
A
Amsterdam
B
Den Bosch
C
Utrecht
D
Den Haag

Slide 13 - Quizvraag

Welk persoon is de baas in de Tweede Kamer?
A
De Koning
B
De minister-president
C
Niemand
D
De voorzitter

Slide 14 - Quizvraag

De tweede kamer kan
A
Weten maken en veranderen
B
alleen wetten veranderen
C
Alleen wetten van de regering goedkeuren of afkeuren

Slide 15 - Quizvraag

Wie zitten er in de Tweede Kamer
A
Ministers
B
Gekozen politieke partijen
C
Alle politieke partijen die meededen met de verkiezingen
D
De linkse partijen

Slide 16 - Quizvraag

5

Slide 17 - Video

Wie zitten er in de Tweede Kamer?
A
ministers
B
volks-vertegenwoordigers
C
minister-president
D
koning en ministers

Slide 18 - Quizvraag

Maar wat doet het kabinet dan?
Kabinet is de uitvoerende macht.
Wordt samengesteld door meerderheid van de Tweede kamer (75 zetels minimaal).
Bestaat uit ministers en staatssecretarissen.

Komen op bezoek in de Tweede Kamer.
Tweede Kamer controleert het kabinet.


Slide 19 - Tekstslide

De tweede kamer bestaat uit
A
75+1 leden
B
75 leden
C
150 leden
D
12 leden

Slide 20 - Quizvraag

Kabinet bestaat uit:
A
Volks-vertegenwoordigers
B
Staatssecretarissen
C
Ministers
D
Fractievoorzitters

Slide 21 - Quizvraag

00:28
Hoeveel kamerleden zitten er in de Tweede kamer?
A
50
B
100
C
150
D
200

Slide 22 - Quizvraag

00:58
Wetsvoorstellen kan je alleen doen als kamerlid of minister
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

01:21
Hoe kan een TK-lid dit controleren?
A
Door kamervragen te stellen
B
Door een petitie te starten
C
Door vragen te stellen (debat, vragenuurtje)
D
Door een minister te bellen en dit te vragen

Slide 24 - Quizvraag

02:10
Hoevaak zijn er TK-verkiezingen?
A
Om de twee jaar
B
Om de vier jaar
C
Om de zes jaar
D
Als het kabinet valt

Slide 25 - Quizvraag

Wie stemt over wetsvoorstellen?
A
Koning
B
Minister
C
Tweede Kamerlid

Slide 26 - Quizvraag

Wie kan een wetsvoorstel indienen?
A
Eerste Kamerlid
B
Minister en Eerste Kamerlid
C
Koning en Minister
D
Minister en Tweede Kamerlid

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een fractievoorzitter?
A
De Koning
B
De leider van een politieke partij
C
De teamleider bij de Albert Heijn
D
Prinses Amalia

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een fractie?
A
De gehele gemeenteraad bij elkaar
B
Het College van burgemeester en wethouders
C
College van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad
D
alle gekozen raadsleden van één partij

Slide 29 - Quizvraag

Waar beslist de Tweede kamer over?

Slide 30 - Woordweb

Slide 31 - Tekstslide

Welke onderwerpen (max. 3) vind jij het belangrijkst?

Slide 32 - Woordweb

Opdracht in Teams 
Verkiezingen TK21 Wat doen Tweede kamerleden?

Slide 33 - Tekstslide

Blanco stemmen is precies hetzelfde als niet gaan.
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quizvraag

00:58
Minister is het zelfde als een kamerlid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag