les 27 De functie van een alinea

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Leg op tafel:
Leesboek
Kernboek
Laptop 
Map + pen/potlood

In STILTE lezen t/m blz. 49



Slide 2 - Tekstslide

Agenda 

1. Boek lezen
2. Verder stappenplan werkwoorden 
3. Je leert wat de functie is van een alinea in een tekst 
4. NUMO evt. 



Slide 3 - Tekstslide

Begrijpend lezen 
Les 14             Tekstdoelen
Les 15             Tekstverbanden
Les 27             Functie van een alinea: je leert welke bedoeling een schrijver heeft met elke alinea

Spelling/grammatica
Les 13              Verschillende werkwoordsvormen (verleden tijd)
Les 26              Samenstellingen
Les 39              Verschillende werkwoordsvormen

Schrijven
Les  38              Informatieve teksten
Les  76,77,78   Schrijfplan





   

stap 1b. Welke lesstof wordt deze periode behandeld?
Fictie
Les 4 Fictie
Les 17 Personages
Les 18 Omgeving
Les 31 Realistisch en niet-realistisch

Slide 4 - Tekstslide

Boek lezen
Je leest in stilte t/m blz. 49 (35-49)
In de volgende slide vul je in wat er gebeurd is. 

Als je klaar bent, mag je alvast proberen het werkwoordspelling stappenplan te gaan invullen
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Wat is er net gebeurd in het leesboek?
Vat dit kort samen (ca 2 zinnen).
Noem ook wie de ik-persoon was van deze bladzijdes.

Slide 6 - Open vraag

Boek lezen
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Agenda 

1. Boek lezen
2. Verder stappenplan werkwoorden 
3. Je leert wat de functie is van een alinea in een tekst hst 27 
4. NUMO evt. 



Slide 8 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd = links
Stappenplan: vul werkblad in
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

1e stap
Hoeveel werkwoorden?
Is het de persoonsvorm?
Geoefend met Numo 
in les vorige week 

Slide 10 - Tekstslide

Persoonsvorm tt

Slide 11 - Tekstslide

Persoonsvorm vt

Slide 12 - Tekstslide

Zwakke & sterke werkwoorden 
  • Een zwak werkwoord verandert niet van klank in de verleden tijd:  Ik werk - Ik werkte 

  • Een sterk werkwoord verandert van klank in de verleden tijd: Ik loop - ik liep  

Slide 13 - Tekstslide

 Stappenplan verleden tijd: Zwakke werkwoorden
1) Maak stam van het hele werkwoord 
2) Kijk naar laatste letter van de stam
3) In 't (x) kofschip? Ja +     te OF + ten (lach-lachte)
4) In 't (x) kofschip? Nee + de OF + den (ren -rende)
5) Je weet op deze manier ook de laatste letter van het volt. dw. (of zet een E achter volt. dw.)

Slide 14 - Tekstslide

Verleden tijd zwak werkwoorden 
/
/

Slide 15 - Tekstslide

Spelling, verleden tijd zwakke werkwoorden

Slide 16 - Tekstslide

De mentor (steunen, vt) haar klas tijdens de Corona-tijd.

Slide 17 - Open vraag

De docenten (werken, vt) hard, maar kregen geen bonus.

Slide 18 - Open vraag

De vader (sussen, vt) met een liedje zijn dochter in slaap.

Slide 19 - Open vraag

De honden (blaffen, vt) de hele nacht en hielden ons uit onze slaap.

Slide 20 - Open vraag

De toerist (fotograferen, vt) de attractie.

Slide 21 - Open vraag

Vervolgens (reizen, vt) zij door naar een volgende bezienswaardigheid.

Slide 22 - Open vraag

Agenda 

1. Boek lezen
2. Verder stappenplan werkwoorden 
3. Je leert wat de functie is van een alinea in een tekst hst 27. 
4. NUMO evt. 



Slide 23 - Tekstslide

Functie van een alinea

In een tekst zijn niet voor niets alinea's.
De schrijver zorgt voor een opbouw.
Met elke alinea heeft de schrijver een bedoeling.
Jullie moeten de bedoeling leren herkennen 
én 
zelf ook per alinea kiezen wat daar logisch zou zijn

Slide 24 - Tekstslide

Uit welke drie onderdelen bestaat een tekst vrijwel altijd?

Slide 25 - Open vraag

Inleiding: nieuwsgierig maken door
- reden
- opbouw uitleggen
- mening verwoorden
- belangrijkste informatie geven





Slide 26 - Tekstslide

kern

Slide 27 - Tekstslide

kern

Slide 28 - Tekstslide

kern

Slide 29 - Tekstslide

kern

Slide 30 - Tekstslide

kern

Slide 31 - Tekstslide

Slot 

Slide 32 - Tekstslide

Welke signaalwoorden verwacht je bij een slot vaker tegen te komen? Noem er minimaal 3.

Slide 33 - Open vraag

Aan de slag Hst 27

Lees en maak vraag 1 t/m 10 blz 58/59 uit  je Kern-boek
timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Tot Einde les...
Nu tot einde van de les op Numo: 
spelling

Slide 35 - Tekstslide

Als het goed is..
Heb je geleerd hoe je van alinea's in een tekst de bedoeling van een schrijver herkent

Slide 36 - Tekstslide

Antwoorden hst 27 
1 toch, bijvoorbeeld, omdat         -   vraag 2 - B 
3 Je kunt na je vmbo-examen een tussenjaar nemen door een jaar aan een High School in Amerika of in het Verenigd Koninkrijk te studeren. Je kunt ook een tussenjaar nemen door eerst je havo of mbo-diploma te halen. Dan ben je niet meer leerplichtig en kun je je jaar invullen zoals jij dat wilt.  
4 A en C    Vraag 5 Dit zie je aan het signaalwoord ‘ten slotte’ in alinea 6. 
6 D  vraag 7 De schrijver wil de lezer informeren over hoe je een tussenjaar zo goed mogelijk inricht.  
8 Eigen antwoord. Let op dat het antwoord een uitleg bevat. 

Slide 37 - Tekstslide

Antwoorden hst 27 
9 Alinea’s kunnen verschillende functies hebben: 
– redenen geven;                                                              – een verwachting voor de toekomst uitspreken. 
– opbouw van de tekst geven;                                    – een samenvatting geven;
– de belangrijkste informatie geven;                       – een conclusie trekken;
– een opsomming geven;                                              – een advies geven;
– een voorbeeld of tegenstelling geven;
– een doel en/of een middel geven;
– een vraag stellen en/of een antwoord geven;
– een oorzaak en/of een gevolg geven;
– een mening en/of een argument geven;





Slide 38 - Tekstslide

Antwoorden hst 27 

10 Aan het eind van een tekst zal je vooral de volgende alineafuncties tegenkomen:
– een samenvatting geven van de tekst;
– een conclusie trekken;
– een advies geven;
– een verwachting voor de toekomst uitspreken.

Slide 39 - Tekstslide