ha2a app 1, 2, 4 en pouvoir van unité 2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Noem zoveel mogelijk
mots français die met
een balsport te maken hebben

onvergetelijk

1. oubliable
2. inoublable
3. inoubliable
4. oublable

Hoe zeg je 'ik train want ik wil winnen' =

de tegenstander

1. le adversaire
2. l'adersaire
3. l'adversair
4. l'adversaire

je veux réussir dans l'avenir =

Welke mooie Franse zin tu peux faire van App 1 en 2? Pak je boek erbij!

ik heb gevangen = j'ai

1. conseillé
2. attrapé
3. participé
4. acheté

wij hopen dat je wint =

1. on espère que tu racontes
2. on espère que tu gagnes
3. on conseille que tu pars
4. on conseille que tu sors

aantekening + oefenen

1.  De speler gooit de bal = Le joueur lance le ballon

2. De tegenstander wint de wedstrijd = L'adversaire gagne le match

Schrijf nu beide zinnen in het MEERVOUD over (alle woorden!)

ik heb gecontroleerd =

1. je vérifie
2. je progresse
3. j'ai vérifié
4. j'ai progressé

hij heeft laten zien=