7.1 organismen

Ecologie
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 85 min

Onderdelen in deze les

Ecologie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen:
  • voorkennis ophalen
  • Overzicht krijgen van de inhoud van het hoofdstuk en planning
  • Oriënteren 
planning:
  1. intro: biggest little farm
  2. voorkennis ophalen
  3. overzicht thema en planning
  4. verwerken: Oriëntatie 
  5. Bestuderen bs1 
Thema 7 ecologie
intro: Biggest little farm 
voorkennis ophalen 
overzicht thema en planning 
verwerken: Oriëntatie 
Bestuderen bs1 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is ecologie?

Slide 4 - Open vraag

Een populatie is een
A
Verzamelnaam voor alle dieren in een bepaald gebied
B
Verzameling van individuen van één soort in een bepaald gebied
C
Verzamelnaam voor alle dieren en planten in een bepaald gebied
D
Een groep dieren die voedsel voor elkaar zijn

Slide 5 - Quizvraag

Een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Ecosysteem

Slide 6 - Quizvraag

Alle madeliefjes in een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Ecosysteem

Slide 7 - Quizvraag

de biotische en abiotische factoren die invloed kunnen hebben op de populatie staan hieronder aangegeven. Maar bij welk type horen ze? biotisch of abiotisch?
Abiotisch
Biotisch

Slide 8 - Sleepvraag

8. Welk organisatieniveau is dit?
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 9 - Quizvraag

Niveaus van ecologie
individu
populatie
levensgemeenschap
ecosysteem

Slide 10 - Tekstslide

Ecosysteem = Een begrensde eenheid, waarin een wisselwerking tussen verschillende biotische en abiotische factoren optreedt. 
 
Er komen binnen elk klimaat verschillende natuurlijk begrensde ecosystemen voor, zoals bosgebieden, graslanden, woestijnen, en waterplassen. 

Slide 11 - Tekstslide




Hoe noem je de reeks voedselrelaties die hier is weergegeven?

Slide 12 - Open vraag


Bij welk nummer moet een plantensoort worden ingevuld?






A
1
B
2
C
3

Slide 13 - Quizvraag


De organismen die het voedsel leveren voor alle andere organismen zijn de ....






A
consumenten
B
producenten
C
reducenten

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noem je een samenlevingsvorm van twee verschillende soorten organismen, die beide voordeel halen uit het samenleven?

Slide 15 - Open vraag

Ecologie
= onderzoek naar relaties tussen organismen en hun omgeving

Slide 16 - Tekstslide

Onderwerpen ecologie


  1. Biotische /abiotische factoren als invloeden op organismen (BS1)
  2.  Individu (BS3)
  3. Populatie (BS4)
  4. Levensgemeenschap/ voedselrelaties (BS5&6)
  5. Veranderingen/ ontwikkeling van ecosystemen (BS7)
  6. Modelleren van een ecosysteem (BS8)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

lesdoelen:
  • voorkennis ophalen
  • Overzicht krijgen van de inhoud van het hoofdstuk en planning
  • Oriënteren 
planning:
  1. intro: biggest little farm
  2. voorkennis ophalen
  3. overzicht thema en planning
  4. verwerken: Oriëntatie 
  5. Bestuderen bs1 
Thema 7 ecologie

Slide 19 - Tekstslide

lesdoelen:
  • voorkennis ophalen
  • Overzicht krijgen van de inhoud van het hoofdstuk en planning
  • Oriënteren op thema ecologie
planning:
  1. intro: biggest little farm
  2. voorkennis ophalen
  3. overzicht thema en planning
  4. verwerken: Oriëntatie 
  5. bestuderen bs1 
Oriëntatie: droomboerderij
Lezen en maken blz. 158- 159 

Klaar? Bestudeer bs1, blz 160 t/m 164
timer
30:00

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

7.1 organismen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

lesdoelen:
  • Je kunt beschrijven wat een ecosysteem is en wat de kenmerken ervan zijn.
  • Je kunt biotische en abiotische factoren binnen een ecosysteem benoemen.
  • Je kunt de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen beschrijven.
planning:
  1. intro: biggest little farm
  2. theorie
  3. verwerken 1 - 8
  4. begrippenlijst maken
  5. bestuderen bs2
7.1 Organismen

Slide 24 - Tekstslide

Wanneer is iets levend?

Slide 25 - Open vraag

Organisch - anorganisch
Organisch:

  • groot, ingewikkeld gebouwd molecuul 
  • bevat een of meer koolstofatomen, altijd H-atomen en vaak ook O-atomen
  • afkomstig van organismen 

Anorganisch:
  • kleine, eenvoudig gebouwde moleculen
  • stoffen die zowel in organismen voorkomen als in de levenloze natuur.

Slide 26 - Tekstslide

anorganisch / organisch
  Anorganisch                                                 Organisch simpel/eenvoudig                            complex/ingewikkeld    

Slide 27 - Tekstslide

CO2: schakel tussen anorganische en organische moleculen






           anorganisch                          anorganisch     organisch 

Slide 28 - Tekstslide

Wat valt je op aan het uiterlijk?
Poolvos
Woestijnvos

Slide 29 - Tekstslide

Invloeden van het milieu

Slide 30 - Tekstslide

Guppy
tolerantiecurve voor watertemperatuur

Slide 31 - Tekstslide

Tolerantiecurves
= optimumkromme

Verband tussen abiotische factor en aantal individuen

Tolerantiegebied: gebied waar individuen kunnen overleven

Optimum: meest gunstige toestand van de abiotische factor -> maximum aantal individuen

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

twee soorten concurreren als tolerantiecurves voor een beperkende factor overlappen

Slide 34 - Tekstslide

Verspreidings-gebied vs tolerantiegebied
Het verspreidingsgebied (areaal) is het daadwerkelijke gebied op de kaart waar de soort voorkomt. 

Habitat = het leefgebied van een soort. 

Deze wordt bepaald door het tolerantiegebied  van een soort voor een abiotische factor


Slide 35 - Tekstslide

Biologisch evenwicht
= de grootte van een populatie schommelt altijd rond een bepaalde evenwichtswaarde.

Of een populatie groeit of krimpt is afhankelijk van de abiotische en biotische factoren --> dichtheidsafhankelijke factoren

Slide 36 - Tekstslide

Mariana trog
De Marianentrog is de diepste (bekende) plek van de oceaan. Hier is de oceaan ruim 11 kilometer diep. Daar is de oceaan dus dieper dan de mount Everest hoog is! Ter vergelijking: De gemiddelde oceaandiepte is ongeveer 4 kilometer. De Marianentrog ligt ten oosten van de Filipijnen. 


Slide 37 - Tekstslide

The Mariana Trench
De Marianentrog is met een diepte van ongeveer 11 kilometer de diepst bekende plek in de oceaan en één van de meest moeilijke leefgebieden bij ons op aarde.

Ondanks dat ontdekte wetenschappers leven op ruim 8 kilometer diepte!  


Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Aan de slag!
verwerken: Basisstof 1

Slide 40 - Tekstslide

lesdoelen:
  • Je kunt beschrijven wat een ecosysteem is en wat de kenmerken ervan zijn.
  • Je kunt biotische en abiotische factoren binnen een ecosysteem benoemen.
  • Je kunt de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen beschrijven.
planning:
  1. intro: biggest little farm
  2. theorie
  3. verwerken 1 - 8
  4. begrippenlijst maken
  5. bestuderen bs2
verwerken 7.1 organismen
Maak opdr 1-8. Gebruik blz. 160 - 164 bvj

Klaar? keuze:
- begrippenlijst maken (schrift of doc)
- 'versterk jezelf' bvj online
- bestuderen bs2 (blz 169 - 174)

timer
1:00

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

lesdoelen:
  • Je kunt beschrijven wat een ecosysteem is en wat de kenmerken ervan zijn.
  • Je kunt biotische en abiotische factoren binnen een ecosysteem benoemen.
  • Je kunt de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen beschrijven.
planning:
  1. intro: biggest little farm
  2. filmpje enzymen
  3. verwerken 1 - 8
  4. practicum 1
  5. begrippenlijst maken
  6. bestuderen bs2
verwerken 7.1 organismen

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

vraag 2
Fotosynthese is een chemisch proces. In de winter behouden veel planten in Nederland hun bladeren, maar toch vindt er dan geen fotosynthese plaats.

Waardoor kan er in de winter geen fotosynthese plaatsvinden?

Slide 45 - Tekstslide

vraag 2

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

Slide 48 - Tekstslide

Schematische dwarsdoorsnede van foliose korstmos :
a) De cortex is de buitenste laag van dicht geweven schimmelfilamenten (hyfen)
b) Deze fotobiontlaag heeft fotosynthetiserende groene algen
c) Los opeengepakte hyfen in de medulla
d) Een strak geweven onderste cortex
e) Verankering hyfen genaamd rhizines waar de schimmel zich hecht aan het substraat

Slide 49 - Tekstslide

A schimmelsporen
B alg

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

lesdoelen:
  • Je kunt beschrijven wat een ecosysteem is en wat de kenmerken ervan zijn.
  • Je kunt biotische en abiotische factoren binnen een ecosysteem benoemen.
  • Je kunt de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen beschrijven.
planning:
  1. intro: biggest little farm
  2. filmpje enzymen
  3. verwerken 1 - 8
  4. practicum 1
  5. begrippenlijst maken
  6. bestuderen bs2
verwerken 7.1 organismen
Maak opdr 1-8. Gebruik blz. 160 - 164 bvj
PR 1 korstmos blz 234 bvj

Klaar? keuze:
- begrippenlijst maken (schrift of doc)
- 'versterk jezelf' bvj online
- bestuderen bs2 (blz 169 - 174)

timer
1:00

Slide 53 - Tekstslide