2.4 Samenhang: ontwikkeling en werk

2.4 Samenhang: ontwikkeling en werk
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.4 Samenhang: ontwikkeling en werk

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Tijdens industrialisatie ....
A
Krimpt de tertiaire sector
B
Groeit de secundaire sector
C
Groeit de primaire sector

Slide 13 - Quizvraag


Wat is de agrarische revolutie?
A
De overgang van jagen naar boeren
B
De overgang van verzamelen naar jagen
C
De overgang van boeren naar steden
D
De overgang van boeren naar verzamelen

Slide 14 - Quizvraag


De industriële revolutie: 
A
Industriële revolutie: van machines naar handwerk ontstond in Frankrijk rond 1800
B
Industriële revolutie: van handwerk naar machines ontstond in Groot-Brittanie rond 1800
C
Industriële revolutie: van handwerk naar machine ontstond in Frankrijk rond 1800
D
Industriële revolutie: van handwerk naar machines ontstond in Frankrijk rond 1900

Slide 15 - Quizvraag

Wat is internationale arbeidsverdeling?
A
specialisatie van een persoon qua werk
B
specialisatie van werkgelegenheid in verschillende delen van de wereld
C
Veel landen maken dezelfde producten
D
specialisatie van werkgelegenheid in verschillende delen van een land

Slide 16 - Quizvraag

Wat zegt de samenstelling van de beroepsbevolking over de ontwikkeling in een land?
A
Veel mensen in de landbouwsector betekent lage ontwikkeling
B
Veel mensen in de dienstensector betekent verder ontwikkeld.
C
Veel mensen in de industrie betekent dat het een semi- perifeer land is.
D
Veel mensen werkzaam in de landbouw betekent een perifeer land

Slide 17 - Quizvraag

2 beweringen:
1. Een eenzijdig exportpakket komt vaak voor in (semi)perifere landen
2. Hoe breder het exportpakket van een land , hoe kwetsbaarder een land is
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 2 is juist, 1 onjuist

Slide 18 - Quizvraag

2.4 Samenhang: ontwikkeling en werk

H2 Wereldbeeld
Domein Wereld
H4

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je weet hoe je een land dat behoort tot het centrum, tot de semiperiferie en tot de periferie kunt herkennen en typeren op economisch terrein.
  • Je begrijpt het verband tussen het verschil in welvaart aan de ene kant en de verdeling van de beroepsbevolking aan de andere kant.
  • Je begrijpt dat een verschuiving in de internationale arbeidsdeling zichtbaar is in de verdeling van de beroepsbevolking.
  • Je kunt relaties leggen tussen ruimtelijke spreidingspatronen binnen een gebied en tussen gebieden.

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je begrijpt het verband tussen het verschil in welvaart aan de ene kant en de verdeling van de beroepsbevolking aan de andere kant.
  • Je kunt landen indelen naar, centrum, semiperiferie en periferie op basis van een aantal kenmerken.
  • Je kunt de ongelijke welvaartsverdeling in de wereld verklaren aan de hand van interne- en externe factoren.
  • Je kunt uitleggen op welke manier de nieuwe internationale arbeidsverdeling gevolgen heeft voor het centrum-periferie model.

Slide 21 - Tekstslide

Even opwarmen...

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Welke algemene regel kan je uit de kaart opmaken?
Gebruik een hoe-hoe zin.
Welke algemene regel kun je uit deze kaart halen?

Gebruik een hoe-hoe zin. 

Slide 25 - Tekstslide

Ontwikkeling beroepsbevoling
Drie veranderingen:
  1. Agrarische revolutie
  2. Industriële revolutie
  3. Opkomst dienstenmaatschappij

Slide 26 - Tekstslide

Verdeling van welvaart
Globalisering heeft ervoor gezorgd dat de verdeling van welvaart in de wereld ongelijk is, er vormen zich 3 groepen:
  1. Centrumlanden (rijk, vb. NL)
  2. Semiperiferie (opkomende landen, vb. China)
  3. Periferie (arm/ontwikkelingslanden, vb. Afghanistan)

Slide 27 - Tekstslide

Oorzaken ongelijke welvaartverdeling
Oorzaken van de ongelijke welvaartsverdeling in de wereld:
  • Interne oorzaken --> natuurlijk (vb. droogte of gebrek aan natuurlijke hulpbronnen) of menselijke (vb. oorlog of corruptie).
  • Externe oorzaken --> de relatie van een ontwikkelingsland met rijkere landen.

Slide 28 - Tekstslide

Centrum-periferie model
Dit model laat de dominante rol van rijke landen/regio's zien en de afhankelijkheid van arme landen/regio's.

  • Grondstofafhankelijkheid?


Slide 29 - Tekstslide

Nadelen
  1. Prijzen grondstoffen stijgen minder snel dan prijzen eindproduct
  2. Prijzen grondstoffen fluctueren op wereldmarkt
  3. Gevaar voor misoogsten

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Gevolg:
Verschuiving internationale arbeidsverdeling

Zichtbaar aan: 
  • Verdeling beroepsbevolking
  • Samenstelling exportpakket

Slide 33 - Tekstslide

Gevolg
Verschuiving internationale arbeidsverdeling. Zichtbaar aan: 
  • Verdeling beroepsbevolking
  • Samenstelling exportpakket


Slide 34 - Tekstslide

Opdracht
Stap 1: Ga naar http://wits.worldbank.org/visualization/detailed-country-analysis-visualization.html (link via its learning)
Stap 2: Bekijk het exportpakket van: Niger, Belgium, Angola en Cambodia. Noteer de namen van de landen en noteer hierachter wat de drie belangrijkst exportproducten zijn inclusief het percentage.
Stap 3: Noteer erachter of volgens het exportpakken het een periferie, semiperifierie of centrumland is en leg uit waarom.
Stap 4: Zoek zelf minstens één periferie en semiperiferie land. Leg je keuze uit aan de hand van het exportpakket.
Stap 5: Bij je gekozen landen onderzoek je of er door de tijd heen een verandering is in export. Kies verschillende jaartallen om te onderzoeken of er een ontwikkeling zichtbaar is. 

Slide 35 - Tekstslide

Grondstofafhankelijkheid
Positief of negatief?

Waarom?

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

Slide 39 - Tekstslide

Nadelen
  1. Prijzen grondstoffen stijgen minder snel dan prijzen eindproduct
  2. Prijzen grondstoffen fluctueren op wereldmarkt
  3. Gevaar voor misoogsten

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Conclusie
Hoe zie je aan de verdeling van de beroepsbevolking in welke fase van ontwikkeling een land zit?

Slide 42 - Tekstslide