Can, could, to be able to, to be allowed to

• English
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Can, could, 
to be able to, to be allowed to

What are we going to learn today?

- what do "can/could/to be able to/ to be allowed to" mean?

- When do you use them?

Can, could, to be able to, to be allowed to

Can/could/to be able to/to be allowed to                              om aan te geven dat je iets mag of kan.

Welke vorm gebruik je dan wanneer?

Can, could, to be able to, to be allowed to

Can/could/to be able to/to be allowed to                              om aan te geven dat je iets mag of kan.

Welke vorm gebruik je dan wanneer?

Can/can't

- Kunnen/mogen

- je kunt deze alleen gebruiken in de present simple

          Can you open this jar?

Can, could, to be able to, to be allowed to

Can/could/to be able to/to be allowed to                              om aan te geven dat je iets mag of kan.

Welke vorm gebruik je dan wanneer?

Can/can't

- Kunnen/mogen

- je kunt deze alleen gebruiken in de present simple

          Can you open this jar?

Could/couldn't

- zou kunnen

- verleden tijd van can

- beleefd vragen om hulp of toestemming

- je kunt deze alleen gebruiken in de present simple of past simple

           You could have said something. 
           Could you open the window for me please?

Lees deze twee voorbeeld zinnen en beantwoord daarna de vraag:

1. This can be tricky.

2. This could be tricky.

Waarschijnlijk

iets minder waarschijnlijk

Can

Could

Can, could, to be able to, to be allowed to

to be able to

- Kunnen/in staat zijn om iets te doen

- alle werkwoordstijden gebruiken

         I will not be able to walk your dog tomorrow.

Can, could, to be able to, to be allowed to

to be able to

- Kunnen/in staat zijn om iets te doen

- alle werkwoordstijden gebruiken

         I will not be able to walk your dog tomorrow.

to be allowed to

- mogen of toestemming hebben

- alle werkwoordstijden gebruiken

         He wasn't allowed to date her

         You won't be allowed to stay out late. 

___________________betekent "kunnen" of "in staat zijn".                 

                     Je kunt alle werkwoordstijden gebruiken.

___________________betekent "mogen" of "toestemming krijgen".

                     Je kunt alle werkwoordstijden gebruiken.

___________________betekent "kunnen", "mogelijk" of "in staat zijn" 

                     Je kunt het alleen gebruiken in de present simple.  

___________________betekent "zou kunnen" of "zou mogen", of in 

                    de verleden tijd, met de betekenis "konden/mochten".

can

could

to be able to

to be allowed to

Can

isn't able to

couldn't

are allowed to

could

be able to

be allowed to

could

3.4 reading ex 6, 7, 10 (to be finished for tomorrow's lesson)

Finished? Test yourself unit 3.2 or 3.3

Tomorrow: Make sure you bring your book. You will be doing reading exercises IN your book (not online)