Oefenen met 11.1 en 11.2

Bij de geboorte van een meisje zijn alle eicellen al aanwezig in de eierstokken
A
waar
B
niet waar
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bij de geboorte van een meisje zijn alle eicellen al aanwezig in de eierstokken
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quizvraag

Sperma bestaat uit:
A
zaadcellen
B
zaadcellen en een beetje urine
C
zaadcellen en vocht
D
zaadcellen en slijm

Slide 2 - Quizvraag

Op welke dag vindt meestal de eisprong plaats tijdens de menstruatiecyclus
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 3 - Quizvraag

Menstruatiecyclus: Hoe lang blijft een eicel bevruchtbaar?
A
14 dagen
B
28 dagen
C
12 - 24 uur
D
0 - 12 uur

Slide 4 - Quizvraag

Eileider
Eierstok
Trechter
Baarmoeder
Clitoris
Binnenste schaamlip
Buitenste schaamlip
Vagina

Slide 5 - Sleepvraag

1. Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie
2. Op dag 1 van de menstruatie begint een eicel te rijpen
A
1 is waar
B
2 is waar
C
1 en 2 zijn waar
D
1 en 2 zijn niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Welke functie heeft het baarmoederslijmvlies ?
A
Zorgt ervoor dat een meisje ongesteld wordt
B
Heeft geen functie
C
Zorgt ervoor dat een bevruchte eicel kan innestelen
D
Zorgt ervoor dat de hypofyse geslachtshormonen gaat afgeven

Slide 7 - Quizvraag

Zaadleider
Urineblaas
Zaadblaasje
Prostaat
Zwellichaam
Penis
Bijbal
Zaadbal
Balzak
Urinebuis
Eikel
Voorhuid

Slide 8 - Sleepvraag

Hieronder lees je drie omschrijvingen. Om welke organen gaat het?
Schrijf a t/m c op en schrijf daarna meteen de juiste naam erbij.

a In dit orgaan zitten de onrijpe eicellen.
b Dit orgaan maakt hormonen die regelen dat eicellen rijp worden.
c In dit orgaan worden de zaadcellen opgeslagen.

Slide 9 - Open vraag

Stijn zegt: ‘De rijpe eicel blijft in de eierstokken wachten op een zaadcel.’
Heeft Stijn gelijk? Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Open vraag

Bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap nestelt de bevruchte eicel zich op een andere plek in dan in de baarmoeder, bijvoorbeeld in de eileiders.
Soms worden vrouwen die een spiraaltje hebben toch zwanger. Bij deze vrouwen is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap groot. Wat kan de oorzaak hiervoor zijn? Geef een mogelijke verklaring.

Slide 11 - Open vraag

In welke week is de hoeveelheid oestrogeen het hoogste? Schrijf de letter van de week op. Leg je antwoord uit.

Slide 12 - Open vraag