Ziekenfonds

Mutualiteiten
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mutualiteiten

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een andere naam voor mutualiteit?

Slide 2 - Open vraag

Je moet je aansluiten bij een ziekenfonds?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd is dit VERPLICHT?
A
je ouder bent dan 25 jaar
B
je jonger bent dan 25 jaar en werkt
C
je jonger bent dan 25 jaar, werkloos bent én een uitkering ontvangt.

Slide 4 - Quizvraag

Ziekenfonds: aansluiten
- Verplichte verzekering: 
iedereen moet die verzekering hebben en moet zich aansluiten bij een erkend ziekenfonds naar keuze. 

- Wil je geen lid worden van een ziekenfonds, dan kun je je gratis aansluiten bij de 'Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering'.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Welke ziekenfondsen
ken je?

Slide 7 - Woordweb

Alle Vlaamse mutualiteiten
De Landsbond van de Christelijke Mutualiteiten (CM)


Christelijke Mutualiteit (CM)


Slide 8 - Tekstslide

De Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen (NZ)

Neutraal Ziekenfonds Vlaanderen (NZVL)

Vlaams & Neutraal Ziekenfonds (VNZ)

Slide 9 - Tekstslide

De Landsbond van Liberale Mutualiteiten (LM)

Liberale Mutualiteit (LM)

Slide 10 - Tekstslide

De Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen (OZ)

Onafhankelijk Ziekenfonds (OZ)

Slide 11 - Tekstslide

De Landsbond van de Belgische Ziekenfondsen (MLOZ)

Partena Ziekenfonds
Freie Krankenkasse (FK)
Medi-Ziekenfonds
Petrus & Paulus Ziekenfonds

Slide 12 - Tekstslide

De Landsbond van Socialistische Mutualiteiten (SM)

Socialistische Mutualiteit (De Voorzorg)

Slide 13 - Tekstslide

Bij welk ziekenfonds ben jij (via je ouders) aangesloten?

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de functie van een ziekenfonds?
 Verstrekken van Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
Invaliditeitsuitkering
Preventieve gezondheidszorg
Aanvullende verzekeringen en diensten
Advies en informatie geven
Belangenbehartiging

Slide 15 - Tekstslide

Wat moet je doen als je ziek bent?

Slide 16 - Woordweb

Omwille van welke redenen kan je niet gaan werken?

Slide 17 - Woordweb

- Kort ziek
- Langdurig ziek
- Operatie
- Zwangerschap
- Arbeidsongeval
- Beroepsziekte

Slide 18 - Tekstslide

Arbeidsongeval
- Ongeval op de werkplaats
- Werkgever onmiddellijk verwittigen
- Werkgever meldt aan de verzekering
- Indien akkoord: gewaarborgd loon
- Indien niet akkoord: ziekenfonds

Slide 19 - Tekstslide

Beroepsziekte
- 150 ziekten
- veroorzaakt door je beroep
- slachtoffers ontvangen vergoeding

Slide 20 - Tekstslide

- Verwittigen voor begin van de werkdag (verwittigingplicht)
- Attest (zie arbeidscontract)

Slide 21 - Tekstslide

Heb je tijdens je afwezigheid recht op loon?
Ja
Nee
Soms

Slide 22 - Poll

Verschil tussen bedienden en arbeiders
Bediende: gewaarborgd loon gedurende de eerste maand

Arbeider: gewaarborgd loon gedurende eerste 7 dagen, daarna 85,88% van het loon
(daarna een uitkering door het ziekenfonds)

Slide 23 - Tekstslide

Enkele begrippen

Bespreek klassikaal de betekenis van de volgende begrippen:

Klein verlet
Verlof om dwingende redenen
Overmacht
Arbeidsongeval 
Beroepsziekte
Zwangerschapsverlof

Slide 24 - Tekstslide

Aansluiten bij een ziekenfonds is gratis.
A
Ja
B
Neen

Slide 25 - Quizvraag

Het heeft de laatste tijd enorm veel geregend en de rioolputjes kunnen het water niet meer aan. De straat begint onder te staan en straks staat Mazo zijn studio onder water. Hij staat op het punt om te vertrekken naar zijn werk. Wat nu?
A
Klein verlet
B
Verlof om dwingende reden
C
Ongeval
D
Overmacht

Slide 26 - Quizvraag

Alicia haar broer trouwt op vrijdag de 13de. Ze zou uiteraard graag de trouw bijwonen. Wat moet zij doen om er die dag te kunnen bij zijn?
A
Klein verlet
B
Verlof om dwingende reden
C
Arbeidsongeval
D
Ongeval

Slide 27 - Quizvraag

Jelle fietst naar het werk en wordt onderweg omvergereden door een auto. Daarbij breekt hij zijn been. Hij moet van de dokter gedurende 6 weken in het gips en mag absoluut niet rondstappen.
A
Ongeval
B
Arbeidsongeval
C
Ziekte
D
Beroepsziekte

Slide 28 - Quizvraag

Emma woont samen met haar ouders en oma. Terwijl haar ouders al op zee zijn gaan varen, glijdt haar oma op maandagmorgen uit in de douche. Emma belt de ambulance en gaat mee met haar oma naar de kliniek. Wat nu?
A
Verlof om dwingende reden
B
Ziekte
C
Ongeval
D
Arbeidsongeval

Slide 29 - Quizvraag

Bart zijn opa is gisteren gestorven. Volgende week maandag wordt hij begraven. Mag hij van het werk afwezig zijn om naar de begrafenis te gaan?
A
Ziekte
B
Arbeidsongeval
C
Klein verlet
D
Verlof om dwingende reden

Slide 30 - Quizvraag

Keysi werd dit weekend geveld door de griep. Ze gaat naar de dokter en krijgt een ziektebriefje van één week.
A
Arbeidsongeval
B
Ziekte
C
Zwangerschapsverlof
D
Beroepsziekte

Slide 31 - Quizvraag

OPDRACHT
Je hebt een job gevonden en je zal vanaf volgende week in loondienst treden. Je moet je vanaf dan aansluiten bij een ziekenfonds. 
Hoe ga je aan de slag?

Slide 32 - Tekstslide

Je weet nu welke ziekenfondsen er bestaan. Welke past het beste bij jou? Ga op zoek!
Heb je er een gekozen? Zoek via de site hoe je je moet inschrijven en laat dit aan de leerkracht zien. 

Slide 33 - Tekstslide