P3 - leenwoorden

Welkom 2E! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2E! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


Slide 1 - Tekstslide

Welkom 2E! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


Slide 2 - Tekstslide

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek

Slide 3 - Tekstslide

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Slide 6 - Tekstslide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
  • Terugblik leestekens
  • Wat weet je al?
  • Theorie
  • Opdrachten maken
  • Toets bespreken
Leerdoelen:
- Ik kan leenwoorden op de juiste manier spellen.

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?

Slide 8 - Woordweb

Wat is het verschil tussen de directe en indirecte rede?

Slide 9 - Woordweb

Leestekens
Je gebruikt een dubbele punt om aan te geven dat er een opsomming, citaat of een verklaring/reden volgt.

Je gebruikt aanhalingstekens bij directe rede of citaten.
Let op: bij indirecte rede geen aanhalingstekens.

De buurman zei: 'Eet je vanavond mee?'
De buurman vroeg of ik vanavond mee at. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat weet je al?

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Werk in tweetallen. Los samen de raadsels op.
  • eaurub = werktafel
  • anvarac = vakantiehuisje op wielen
  • wlonc = grappenmaker
  • ywbooc = veedrijver

Kijk vervolgens samen wat opvalt aan deze woorden en wat ze gemeen hebben.
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

OPLOSSING
  • eaurub = werktafel                                            bureau
  • anvarac = vakantiehuisje op wielen          caravan
  • wlonc = grappenmaker                                   clown
  • ywbooc = veedrijver                                         cowboy

Alle woorden komen uit een andere taal. Het zijn leenwoorden.

Slide 13 - Tekstslide

Leenwoorden
Leenwoorden zijn vanuit andere talen in het Nederlands terechtgekomen. De meeste woorden die we overnemen uit andere talen, worden na een tijdje aangepast aan het Nederlandse spellingsysteem.

sport (goal)                                       verkeer (airbag)
eten (café)                                         computers (printen)
uiterlijk (schmink)

Slide 14 - Tekstslide

Engelse leenwoorden

  • Een samenstelling van Engelse woorden schrijf je in het Nederlands als één woord: latenightshow, voicemail.
  • Als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, plaats je een koppelteken: time-out, back-up
  • Als de combinatie wordt gezien als een woordgroep, schrijf je de delen los: second opinion, low budget

Slide 15 - Tekstslide

Welk Engelse leenwoord is onjuist gespeld?
A
coverstory
B
eye liner
C
glamourgirl
D
make-up

Slide 16 - Quizvraag

Welk Engelse leenwoord is onjuist gespeld?
A
intensive care
B
sandwich
C
smash
D
pick up

Slide 17 - Quizvraag

Franse leenwoorden
Veel Franse woorden schrijf je in het Nederlands zonder accenttekens: compote, hotel, ragout.

In sommige Franse woorden schrijf je accenten op een klinker:
  • accent aigu (logé)
  • accent grave (crèche)
  • accent circonflexe (crêpe)

Slide 18 - Tekstslide

ê
é
è
accent aigu 
accent grave
accent circonflexe

Slide 19 - Sleepvraag

Welk accent bevat dit woord?

blèren
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 20 - Quizvraag

Welk accent bevat dit woord?

coupé
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 21 - Quizvraag

Welk accent bevat dit woord?

frêle (fijngebouwd)
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag!
Opdracht 2 t/m 5 + 7 (in het boek, blz. 252/253)
Cursus 7 - Spelling - P3 Leenwoorden

Klaar?
  • lezen in je leesboek
  • kies een puzzel (blz. 272 - 291)

timer
25:00

Slide 23 - Tekstslide

Toets bespreken

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Woensdag 15 januari:
  • P3: opdr. 2 t/m 5 + 7 af

Slide 25 - Tekstslide