JRB 4.1 De wereld in Nederland

Opdrachten maken
  • In tweetallen
  • Basis opdracht 1, 4 en 6 op bladzijde 70 ev.
  • Kader opdracht 1, 3 en 4 op bladzijde 70 ev
  • 7 minuten de tijd
  • Klaar? --> verder met de andere opgave van 3.1



timer
7:00
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Opdrachten maken
  • In tweetallen
  • Basis opdracht 1, 4 en 6 op bladzijde 70 ev.
  • Kader opdracht 1, 3 en 4 op bladzijde 70 ev
  • 7 minuten de tijd
  • Klaar? --> verder met de andere opgave van 3.1



timer
7:00

Slide 1 - Tekstslide


  •  .....
  • iPad op tafel;
  • boek op tafel;
  • pen op tafel
  • rekenmachine op tafel.
  • en log je in op lesson -up bij de les van vandaag
Voor dat de les begint leg je je

Slide 2 - Tekstslide

4.1 Nederland in de wereld

Slide 3 - Tekstslide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen waarom producten uit het buitenland belangrijk zijn voor
     Nederland.
  • uitleggen wat de begrippen import (invoer)  en export (uitvoer) betekent.
  • uitleggen wat het begrip importquote en exportquote betekenen. 
Wat gaan we leren?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Collectieve voorzieningen
  • Import (invoer) betekent de
      aankoop van goederen en
      diensten uit het buitenland.
  • Ons geld gaat naar het
      buitenland en de goederen en
      diensten komen naar Nederland.
Import

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Importquote
het percentage van het nationaal inkomen (= wat totaal in een land wordt verdiend) dat wordt uitgegeven aan import
Exportquote
het percentage van het nationaal inkomen (= wat totaal in een land wordt verdiend) dat wordt verdiend met export

Slide 8 - Tekstslide

  • Consumenten hebben keus uit
      meer producten.
  • Er is concurrentie tussen
      Nederlandse en buitenlandse
      bedrijven.
  • Vraag: Waarom is het goed
      voor jou en mij dat er
      concurrentie is tussen Nederland
      en buitenland?

Waarom importeren consumenten?

Slide 9 - Tekstslide

"Concurrentie tussen Nederlandse bedrijven en buitenlandse bedrijven zorgt voor betere kwaliteit van de producten, betere service van bedrijven en lagere prijzen!"
ANTWOORD

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Collectieve voorzieningen
  • Bedrijven in Nederland maken van
     geïmporteerde grondstoffen eigen
     producten.
  • Bedrijven importeren producten die hier
      vanwege het klimaat niet kunnen groeien.
  • Andere landen kunnen dezelfde
      kwalitatieve producten goedkoper maken.
  • Een ander land kan het product
      efficiënter maken dan wij dat kunnen.
Waarom importeren Nederlandse bedrijven?

Slide 12 - Tekstslide

Collectieve voorzieningen
  1. De koffiebonen worden door DE geïmporteerd uit Brazilië, Vietnam of Colombia.
  2. De koffiebonen worden in Joure en Utrecht gemaakt tot de koffie die we kennen.
VOORBEELD
Geldt ook voor theebladeren!

Slide 13 - Tekstslide

  • Import is slecht voor
      Nederlandse bedrijven.
  •  Als de import uit het
      buitenland daalt, stijgt
      de productie, winst en
      werkgelegenheid bij
      Nederlandse bedrijven.
Wat zijn de nadelen voor Nederlandse bedrijven?

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten maken
  • In tweetallen

  • Opdracht 1, 2, 4, 5 vanaf bladzijde 8 
  • 7 minuten de tijd
  • Klaar? --> verder met de andere opgave van 3.1



timer
7:00

Slide 15 - Tekstslide

Collectieve voorzieningen
  • Export (uitvoer) betekent de
      verkoop van producten aan het
      buitenland.
  • Onze goederen en diensten gaan naar het
      buitenland geld komt naar Nederland.

Voorbeelden
  • Een Nederlands bruggenbouwer bouwt
      een brug in Italië.
  • Tiësto treedt als dj op in Dubai.
  • Beemster verkoopt kaas aan Duitsland.
Export

Slide 16 - Tekstslide

Als de export bij de bedrijven stijgt, dan:
  1.  kunnen bedrijven meer produceren. 
  2. De hogere productie levert extra winst op.
  3. Er ontstaat meer werkgelegenheid.

Welke nadelen hebben deze ontwikkelingen?
  •  Het energieverbruik stijgt en dat is nadelig
       voor het milieu.
  • Door de productie ontstaan er meer
      verbrandingsgassen en ander afval


Wat gebeurt er bij de Nederlandse bedrijven
als de export stijgt?

Slide 17 - Tekstslide

  • Investeren! Investeren betekent
      dat een onderneming
      productiemiddelen koopt. 
  • Voorbeelden zijn: machines,
      transportmiddelen en robots.
  • Hierdoor wordt de
      arbeidsproductiviteit verhoogd,
      de loonkosten per product lager
      en de concurrentiepositie beter.
Hoe kan een bedrijf zorgen dat ze meer produceren?

Slide 18 - Tekstslide

  • Het bruto binnelands
     product (BBP) is de totale waarde
     van goederen en diensten die in
     een land worden geproduceerd.
Bruto Binnenlands Product (BBP)

Slide 19 - Tekstslide

  • De importquote is de
      import in procenten van de
      totale productie van een
      land (het bbp).
  • In andere woorden: Hoeveel
      procent van het bbp is import?
  • De importquote geeft aan hoe
      belangrijk import is voor de
      economie van een land.
Importquote *

Slide 20 - Tekstslide

  • Bereken de importquote van Nederland in 2019 aan de hand van de gegevens in bron 1. Het totale bbp in 2019 was € 812 miljard.
Reken uit!
Totale bbp: € 812 mld

Slide 21 - Tekstslide

  • De exportquote is de
      export in procenten van de
      totale productie van een
      land (het bbp).
  • In andere woorden: Hoeveel
      procent van het bbp is export?
  • De exportquote geeft aan hoe
      belangrijk export is voor de
      economie van een land.
Exportquote *

Slide 22 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 23 - Tekstslide

OPDRACHTEN
  • Basis: Maak opgaven 1 t/m 27 op bladzijde 8 t/m
     10 van werkboek 4B! 
     Kader: Maak de opgaven 1 t/m 12 op bladzijde 8 t/m 11 van werkboek 4B! 
  • Klaar? Dan heb je geen huiswerk voor de volgende les!






timer
7:00
Rood = Zelfstandig en stil werken. 
Geel = Fluisteren en overleggen toegestaan
Groen = Praten

Slide 24 - Tekstslide

EXAMENOPGAVE
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht:  
Maak nu zelfstandig vanaf bladzijde vanaf bladzijde 8 opdracht 1, 2 4, 5, 6 en 8 vanaf bladzijde 12 opdracht 1, 2, 3, 10e 12
 Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Daarna help je een klasgenoot.

Slide 26 - Tekstslide

Check

Slide 27 - Tekstslide

Bedankt en fijne dag!

Slide 28 - Tekstslide

Waarom worden veel producten in Azië gemaakt?
A
Daar maken ze betere producten.
B
Daar zijn de grondstoffen te vinden.
C
Daar hebben ze betere machines.
D
Daar zijn de lonen lager.

Slide 29 - Quizvraag

Import



Import: er gaat geld naar het buitenland, we kopen iets.
          
Bijv.: - We voeren bananen in
           - Justin Timberlake geeft een concert in Gelredome
           - Jullie gaan op schoolreis naar Parijs!




Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Import- en exportquote
Het percentage van de totale importwaarde of exportwaarde ten opzichte van het nationaal inkomen.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Import of export?
Onze eieren worden verkocht in de Spaanse supermarkt

A
import
B
export

Slide 34 - Quizvraag

Import of export?
DSM verkoopt plastic aan Duitsland
A
Import
B
Export

Slide 35 - Quizvraag

Import of export?
Action koopt producten uit China.
A
Import
B
Export

Slide 36 - Quizvraag

Bedankt en fijne dag!

Slide 37 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht:  
Maak nu zelfstandig vanaf bladzijde vanaf bladzijde 8 opdracht 1, 2 4, 5, 6 en 8 vanaf bladzijde 12 opdracht 1, 2, 3, 10e 12
 Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Daarna help je een klasgenoot.

Slide 38 - Tekstslide