21 februari

Wat weet je nog over travelling around?
1 / 18
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog over travelling around?

Slide 1 - Woordweb

Wat betekent:

arrival?
A
vertrekken
B
aankomst
C
aankomen
D
geven

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent:

Comfortable?
A
vreemd
B
stoel
C
comfortabel
D
makkelijk

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent:

valid?
A
invalide
B
geldig
C
juist
D
gehandicapt

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent:

Ferry?
A
vrachtwagen
B
bus
C
zijlboot
D
veerboot

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de goede vertaling van:
Northern, Eastern, Southern and Western?
A
Noord, Oost, Zuid en West
B
Noordelijk, oostelijk, zuidelijk en westelijk

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent destination?

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent:

departure?

Slide 8 - Open vraag

Summer

Slide 9 - Tekstslide

Shine

Slide 10 - Tekstslide

Silver

Slide 11 - Tekstslide

Sea

Slide 12 - Tekstslide

See

Slide 13 - Tekstslide

Fish

Slide 14 - Tekstslide

Sofa

Slide 15 - Tekstslide

Dish

Slide 16 - Tekstslide

ship

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga nu zelfstandig aan de slag met de opdrachten.
Klaar? 
- Rekenen maken
- Taal: les 2 afmaken
- Weektaak


timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide