7.2 Populaties

Vandaag
  • Herhalingsvragen 7.1
  • Uitleg 7.2 Populaties 
  • Opdrachten 7.2
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Herhalingsvragen 7.1
  • Uitleg 7.2 Populaties 
  • Opdrachten 7.2

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn biotische factoren?
A
dieren, planten, schimmels en bacterien
B
planten, schimmels en dieren
C
dieren en planten
D
dieren, planten en bacterien

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een biotische factor?
A
Regen
B
Temperatuur
C
Grondsoort
D
Gras

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen abiotische factor?
A
Water
B
Lucht
C
Aarde
D
Nestgelegenheid

Slide 4 - Quizvraag

Tolerantiegebied
timer
1:00

Minimum
temperatuur

Maximum temperatuur

Optimum
temperatuur

Slide 5 - Sleepvraag

Kies de juiste stelling over het tolerantiegebied van een abiotische factor.
A
hoe KLEINER het tolerantiegebied, hoe HOGER de overlevingskans
B
hoe GROTER het tolerantiegebied, hoe HOGER de overlevingskans
C
hoe GROTER het tolerantiegebied, hoe KLEINER de overlevingskans
D
Het tolerantiegebied heeft geen invloed op de overlevingskansen

Slide 6 - Quizvraag

Is het tolerantiegebied van een organisme een biotische factor of een abiotische factor?
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 7 - Quizvraag

Welke soort heeft het grootste tolerantiegebied voor temperatuur?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 8 - Quizvraag

Populaties

Slide 9 - Tekstslide

Na deze les kun je...
  1. binnen een ecosysteem vormen van concurrentie en van coöperatie onderscheiden
  2. de dynamiek en het evenwicht in een ecosysteem beschrijven

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Organisatieniveau: Populatie
groep organismen van één soort.

Slide 12 - Tekstslide

Concurrentie
   Concurrentie is de strijd om
      voedsel, woonruimte en partner voor voortplanting. Bij planten ook de hoeveelheid licht.

De concurrentie tussen populaties is vaak minder sterkt dan binnen populaties.

Slide 13 - Tekstslide

Concurrentie
Tussen populaties

Slide 14 - Tekstslide

Binnen een populatie
Tussen populaties

Slide 15 - Tekstslide

Concurrentie
Competitie, strijd
Bij sterke concurrentie grote selectiedruk. De best aangepaste aan het milieu hebben dus grootste overlevingskans.

Gevolg: kleinere genetische variatie 
Voorbeeld: cheetah's in Afrika

Slide 16 - Tekstslide

Concurrentie binnen een populatie
Bij zowel soorten die in groepen leven en soorten die individueel leven, vind een vorm van concurrentie plaats. 
De concurrentie kan gaan om de beschikbaarheid van bronnen: Licht (planten), voedsel en ruimte. Of een partner voor de voortplanting. 

Dit heeft tot gevolg dat alleen de best aangepaste individuen zich voort kunnen planten (natuurlijk selectie).

Slide 17 - Tekstslide

Coöperatie
Samenwerking tussen organismen van dezelfde populatie, zoals bij de paring of bij verdediging.

Maar ook tussen verschillende soorten:
- mutualisme
- commensalisme
- parasitisme

Slide 18 - Tekstslide

Mutualisme ( wat zie je hier ) 

Slide 19 - Tekstslide

commensalisme
Een organisme heeft voordeel en het andere organisme heeft geen voordeel en geen nadeel dit noem je commensalisme.

Slide 20 - Tekstslide

Parasitisme
Parasitisme: symbiose waarbij een individu een voordeel heeft en het ander individu een nadeel heeft.

Parasiet: individu dat een voordeel heeft bij parasitisme. 

Gastheer: individu dat een nadeel heeft bij parasitisme

Slide 21 - Tekstslide

 Symbiose
Samenleven van individuen
Binnen dezelfde soort
Van twee verschillende soorten
Coöperatie
Concurrentie
Mutualisme
Commensalisme
Parasitisme

Slide 22 - Tekstslide

Populatiegrootte
= aantal organismen in een populatie
Een populatie is niet altijd even groot.

Hoe groot een populatie is hangt af van de abiotische en biotische factoren. 


Slide 23 - Tekstslide

Populatiegrootte *
Vier factoren beïnvloeden de populatiegrootte:
  1. geboortecijfer: het aantal geboortes per 1000 individuen in een jaar
  2. sterftecijfer: het aantal overleden individuen per 1000 individuen in een jaar
  3. immigratie: toename door komst van organismen
  4. emigratie: afname door vertrek van organismen

Slide 24 - Tekstslide

Dynamiek van een populatie

Slide 25 - Tekstslide

Biologisch evenwicht
Als er evenveel sterft als dat erbij komt, dan is er een biologisch evenwicht.

Slide 26 - Tekstslide

Exoten
Exoten: soorten afkomstig uit een ander gebied die zich vestigen in een ecosysteem

Invasieve exoot: brengt een ernstige verstoring teweeg in het ecosysteem

Slide 27 - Tekstslide

Exoten voorbeelden

Slide 28 - Tekstslide

Draagkracht
De draagkracht is de maximale populatiegrootte waarvoor in een gebied voldoende voedsel, schuil- en nestplaatsen zijn. 

Beperkende factoren remmen de populatiegroei waardoor deze onder de draagkracht blijft, zoals concurrentie van andere soorten, predatie, onvoldoende voedsel, ziektes en andere oorzaken van sterfte. 

Slide 29 - Tekstslide

Hoe groot is de draagkracht voor schapen?
A
1500 schapen
B
15 000 schapen
C
150 000 schapen
D
1 500 000 schapen

Slide 30 - Quizvraag

Er is een verband tussen de tolerantie en het areaal van een soort.

Bekijk de afbeelding. Welke soort heeft het grootste tolerantiegebied?
A
soort A
B
soort B
C
soort C
D
soort D

Slide 31 - Quizvraag

Welke soort heeft de grootste tolerantie voor watertemperatuur
A
Lemna minor
B
Lemna turionifera
C
Spirodela ployrhiza

Slide 32 - Quizvraag

Noem 2 dingen die je vandaag geleerd hebt.

Slide 33 - Open vraag

Noem minimaal 1 onderdeel van de les waar je meer over wilt weten/meer uitleg over nodig hebt.

Slide 34 - Open vraag