2.5 - Voedselbederf

Thema 2 - Voeding en vertering
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 2 - Voeding en vertering

Slide 1 - Tekstslide

Thema 2
2.1 - Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.2 - Het verteringsstelsel
2.3 - De organen voor vertering
2.4 - Gezonde voeding
2.5 - Voedselbederf
2.6 - Voeding en vertering bij zoogdieren

Slide 2 - Tekstslide

https://lessonup.app 
Exact H2C of H2A

Slide 3 - Tekstslide

2.4 - Gezonde voeding

Herhaling

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Kun je overgewicht hebben en toch ondervoed zijn?
Ja, dat kan
nee, dat kan niet

Slide 6 - Poll

Wat is de schijf van 5?
A
5 vakken met minder goede producten waar je niets uit mag nemen
B
5 vakken met alleen maar vette dingen waar je 1 keer per week iets uit mag kiezen
C
5 vakken vol goede producten waar je ieder dag iets uit kiest. Uit het ene vak wat meer dan het andere
D
5 vakken met goede en minder goede producten door elkaar Je kiest zelf de goede producten

Slide 7 - Quizvraag

Je bent zwaarder dan het gewicht dat bij je leeftijd past. Hoe noemen we dit?
A
Ondergewicht
B
Overgewicht
C
Anorexia
D
Boulimia

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zorg je voor een gezond dieet volgens de schijf van vijf?
A
Eet elke dag uit elk vak evenveel
B
Eet elke dag uit alle vakken iets, in de juiste verhouding
C
Eet vooral groente en fruit
D
Eet weinig ongezonde dingen

Slide 9 - Quizvraag

In welke twee vakken komen voedingsmiddelen voordie rijk zijn aan voedingsvezel?
A
Vak met groenten en fruiten en Brood en granen
B
Vak met groenten en fruit en vak met vis en kip etc.
C
Vak met melk, boter en olie en vak met vis en kip etc.
D
Vak met groenten en fruit en vak met melk, boter en olie.

Slide 10 - Quizvraag

In welke voedingsmiddelen
zitten vooral veel koolhydraten?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Vraag 5: Wat is géén schijf uit de Schijf van Vijf?
A
Dranken
B
Groente en fruit
C
Smeer- en bereidingsvetten
D
Tussendoortjes

Slide 12 - Quizvraag

2.5 - Voedselbederf

Slide 13 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf
Je kan noemen op welke wijze voedselbederf kan ontstaan
Je kan voorbeelden noemen waarmee voedselbederf kan worden tegengegaan

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Schimmels
bestaan uit: dunne draden
planten zich voort door: sporen

Slide 18 - Tekstslide

Bacteriën
bestaan uit: één cel
planten zich voort door: celdeling

Slide 19 - Tekstslide

Voedsel conserveren
Conserveren = behandelen zodat het minder snel bederft. Door de organismen die bederf veroorzaken te doden of te voorkomen dat ze kunnen voortplanten/groeien.

Net als mensen en dieren hebben bacteriën en schimmels nodig:
  • Een goede temperatuur om voort te planten
  • Voldoende zuurstof
  • Voldoende vocht
Daar maken we gebruik van bij conserveren van voedingsmiddelen.
Bacteriën zijn wel sterker dan wij en kunnen bij extremere omstandigheden blijven leven!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Voeding conserveren
Verschillende methoden van conserveren:
  • Invriezen - bacteriën niet dood!
  • Pasteuriseren - alleen schadelijke bacteriën/schimmels dood
  • Steriliseren - alle bacteriën/schimmels dood, door hoge temperatuur iets andere smaak
  • Vacuüm verpakken - bacteriën niet dood!
  • Gasverpakken - andere luchtsamenstelling -bacteriën niet dood
  • Drogen - vocht onttrekken, bacteriën niet dood!
  • Conserveringsmiddelen toevoegen, zoals suiker, zout, of zuur - leefomstandigheden ongunstig
  • Doorstralen met radioactieve stoffen - dood alle organismen

Slide 22 - Tekstslide

Vragen?

Slide 23 - Tekstslide

Wat is voedselbederf?
A
Door micro-organismen is het voedsel ongeschikt geworden voor consumptie
B
Voedsel wat nog net te eten is maar al wel stinkt
C
Alleen bacteriën kunnen dat veroorzaken
D
Alleen schimmels kunnen dat veroorzaken

Slide 24 - Quizvraag

Hoe voorkom je voedselbederf?
A
Door te zorgen dat bacteriën moeilijker delen
B
Door te zorgen dat er geen schimmels en bacteriën bij komen
C
Door te zorgen dat schimmels minder sporen vormen
D
Zowel A,B als C zijn goed

Slide 25 - Quizvraag

Wat moet je doen om voedselbederf te voorkomen?
A
snel opeten
B
hygienisch werken
C
in de aanbieding kopen
D
bewaren op de juiste manier

Slide 26 - Quizvraag

Voedselbederf ontstaat door..........
A
schimmels
B
celdeling
C
bacteriën
D
schimmels en bacteriën

Slide 27 - Quizvraag

Conserveringsmiddelen vind je vaak terug op de verpakking als een...
A
E-nummer
B
B-nummer
C
C-nummer
D
A-nummer

Slide 28 - Quizvraag

Als een bacterie zich iedere 20 minuten deelt, en je begint met één bacterie op tijdstip 0, hoeveel bacteriën heb je na 2 uur?

Slide 29 - Open vraag

Hoe kan je voedselbederf herkennen?
A
ruiken
B
smaak
C
uiterlijk
D
als je er ziek van wordt

Slide 30 - Quizvraag

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 31 - Quizvraag

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 32 - Quizvraag

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 33 - Quizvraag

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 34 - Quizvraag

Wat vond je van deze les
Niet fijn, ik kan me slecht concentreren
Niet fijn, ik weet nog weinig antwoorden
Fijn, ik weet nu wat ik al ken en wat nog niet
Fijn, het is een leuke manier van leren

Slide 35 - Poll

Aan het werk
Afmaken: Opdrachten 2.4
Maken: Opdrachten 2.5 (samenvattingsopdracht overslaan)

Zoals altijd: Snap je de tekst, dan sla je de kennisvragen over!
Loop je vast bij latere vragen, dan maak je ze alsnog

Slide 36 - Tekstslide