BS 5.3 Populaties

Op de x-as van deze grafiek wordt de vochtigheid van de grond weergeven. Op de y-as zie je de overlevingskansen van de verschillende plantensoorten a, b, c en d.
Welke van de uitspraken is *niet* waar?
Op de volgende dia zie je het plaatje groot.
A
Binnen de tolerantiegrenzen van c komen soort d en b ook voor.
B
Soort b heeft een grotere tolerantiegrens en is daarom beter bestand tegen schommelingen.
C
Soort a en c komen niet naast elkaar voor in een gebied.
D
Bij de optimumwaarde van a kunnen soorten b, c en d niet overleven.
1 / 36
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Op de x-as van deze grafiek wordt de vochtigheid van de grond weergeven. Op de y-as zie je de overlevingskansen van de verschillende plantensoorten a, b, c en d.
Welke van de uitspraken is *niet* waar?
Op de volgende dia zie je het plaatje groot.
A
Binnen de tolerantiegrenzen van c komen soort d en b ook voor.
B
Soort b heeft een grotere tolerantiegrens en is daarom beter bestand tegen schommelingen.
C
Soort a en c komen niet naast elkaar voor in een gebied.
D
Bij de optimumwaarde van a kunnen soorten b, c en d niet overleven.

Slide 1 - Quizvraag

Een abiotische factor die de tolerantiegrens overschrijdt en er dus voor zorgt dat een soort daar niet kan leven heet....
A
Een stressfactor
B
Optimumkromme
C
De beperkende factor
D
Milieufactor

Slide 2 - Quizvraag

Relaties
  • Concurrentie
  • Coöperatie
  • Symbiose
    - Mutualisme +/+
    - Commensalisme +/0
    - Parasitisme +/-

Slide 3 - Tekstslide

Coöperatie (binnen de soort)

Bescherming
Verdediging
Paarvorming
Voedsel

Slide 4 - Tekstslide

Symbiose
Symbiose = langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten

Slide 5 - Tekstslide

Parasitisme

Slide 6 - Tekstslide

Commensalisme: Boomalg

Slide 7 - Tekstslide

commensalisme
Een organisme heeft voordeel en het andere organisme heeft geen voordeel en geen nadeel dit noem je commensalisme

Slide 8 - Tekstslide

Mutualisme is een vorm van symbiose, waarbij allebei de soorten voordeel hebben van de relatie. Een win win situatie dus.
Voorbeelden van mutualisme

Slide 9 - Tekstslide

Symbiose
  • Mutualisme: + / +
  • Commensalisme: + / 0
  • Parasitisme: - / +

    Geen symbiose:
  • Competitie - / -
  • Predatie - / +

Slide 10 - Tekstslide

Mutualisme: Korstmos

Slide 11 - Tekstslide

Dynamische populatiedichtheid
Factoren die populatiedichtheid beïnvloeden

Slide 12 - Tekstslide

Populatiedichtheid - konijnen?

Slide 13 - Tekstslide

biologisch evenwicht
  • zie afbeelding 14 op p.100
  • dichtheidsafhankelijke factoren leiden tot zelfregulatie in een ecosysteem
  • dat is een voorbeeld van negatieve terugkoppeling
  • hebben dichtheidsonafhankelijke factoren (bv. strenge winter/droogteperiode) invloed op dit evenwicht?
  • -> draagkracht van een ecosysteem

Slide 14 - Tekstslide

Veranderingen in populatiedichtheid
Dichtheidsonafhankelijke factoren zijn bijvoorbeeld een strenge vorst of een bosbrand.

Het is natuurlijk ook mogelijk dat een gunstig klimaat zorgt voor een enorme toename van individuen binnen de populatie

Bijensterfte ten gevolge van strenge vorst
Sprinkhanenplaag door gunstige omstandigheden

Slide 15 - Tekstslide

Populatiegrootte
Dichtheidsafhankelijke en dichtheidsonafhankelijke factoren beïnvloeden geboortecijfer, sterftecijfer en migratie binnen populatie

Slide 16 - Tekstslide

Veranderingen populatiedichtheid
Worden geanalyseerd door de bepaling van 4 grootheden:

- Geboortecijfer (aantal geboorten per jaar per 1000 individuen)
- Sterftecijfer (aantal sterfgevallen per jaar per 1000 individuen)
- Emigratie
- Immigratie

Slide 17 - Tekstslide

relatie populatiegrootte - draagkracht
  • populatiegrootte boven draagkracht (bv. voedsel) leidt tot hoger sterftecijfer (onder kwetsbare dieren) óf lager geboortecijfer (vb. van zelfregulatie)

Slide 18 - Tekstslide

Exponentiele groei
Geen beperkende factoren
Vaak verrassend
Geeft J-curve

bv:
Epidemie (ebola, corona, SARS)
Invasieve exoten



Slide 19 - Tekstslide

Je krijgt een J-curve bij exponentiële groei en een S-curve bij een begrensde groei.

Slide 20 - Tekstslide

CORONA
Andere landen: J-curve
China: S-curve


(virus is geen organisme)

Slide 21 - Tekstslide

Populatiegroei J-curve
Overschrijding van de draagkracht en herstel

De dikke rode lijn is de exponetiële groei

Lijn 1: Herstel tot de aanvankelijke draagkracht
van het ecosysteem (bron is snel aangevult)

Lijn 2: Herstel naar een nieuwe, lagere
draagkracht (de bron is deels uitgeput).

Lijn 3: Geen herstel, bron is op

Slide 22 - Tekstslide

fasen
  1. Exponentiele groei (J-curve)
  2. Stabilisatie (S-curve)
  3. biologisch evenwicht

In welke fase zit de menselijke populatie?

Slide 23 - Tekstslide

Populatiegroei
  • J-curve: exponentiële groei, invasieve exoten met onbeperkte hulpbronnen
  • Draagkracht
  • s-curve: schommelingen rond biologisch evenwicht

Deze grafieken moet je kunnen uitleggen: wat gebeurt er?

Slide 24 - Tekstslide

vele insectensoorten blijken na een strenge winter massaal terug te komen, dit is een voorbeeld van een
A
dichtheidsafhankelijke factor
B
dichtheidsonafhankelijke factor

Slide 25 - Quizvraag

Welke van de volgende factoren is geen dichtheidsafhankelijke factor
A
ziekte
B
predatie
C
voedselschaarste
D
klimaatverandering

Slide 26 - Quizvraag

de konijnenplaag in Australië werd bestreden met een parasiet die mixomatose veroorzaakte (een dodelijke ziekte), de overdracht van deze parasiet gebeurde via uitwerpselen; dit is een voorbeeld van een
A
dichtheidsafhankelijke factor
B
dichtheidsonafhankelijke factor

Slide 27 - Quizvraag

Een populatie die groeit volgens een S-curve wordt gereguleerd door....
A
dichtheidsAFhankelijke factoren
B
dichtheidsONAFhankelijke factoren

Slide 28 - Quizvraag

Een exoot die in een gunstige omgeving geïntroduceerd wordt zal deze groei ondergaan
A
J-curve
B
S-curve

Slide 29 - Quizvraag

Welke van deze curves geeft een exoot aan?
A
De J-curve
B
De S-curve
C
Dat ligt aan de exoot en de omgeving waarin ze terecht komen.

Slide 30 - Quizvraag

Een soort is een invasieve exoot als deze..
A
...uit het buitenland komt.
B
...uit een ander leefgebied komt en zich in het nieuwe gebied voortplant.
C
...bestaande soorten bejaagt.
D
...uit een ander leefgebied komt en het nieuwe ecosysteem verstoort.

Slide 31 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 32 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 33 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 34 - Quizvraag

+
+
+
-
0
+
Symbiose is een ______________   relatie tussen 2 verschillende soorten
Kortdurige
Langdurige
Parasitisme
Communisme
Commensalisme
Mutualisme
Satanisme
Cultisme

Slide 35 - Sleepvraag

het langdurig samenleven van organismen van verschillende soorten
bij een plaag
invloeden uit de levenloze natuur
De maximale populatiegrootte in een ecosysteem
Die invloed die het meest afwijkt van de ideale omstandigheid
Samenlevingsvorm waarbij allebei de soorten voordeel hebben
Het vermogen om schommelingen in abiotische factoren te verdragen
Draagkracht
Tolerantie
Beperkende factor
J-curve
Symbiose
Mutualisme
 Abiotische factor

Slide 36 - Sleepvraag