Meten en wegen 14-3-24
1 / 22
Lesduur is: 28 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat hebben we vorige
week gedaan?
week gedaan?
Slide 2 - Woordweb
De zwaarste kant van de weegschaal gaat:
Omlaag
Omhoog
Blijft gelijk
Slide 3 - Poll
Een centimeter is ongeveer net zo groot als
A
1 voetstap
B
1 vinger breed
C
de tafel
D
een computer
Slide 4 - Quizvraag
1 meter is ongeveer net zo groot als:
A
1 vinger breed
B
van wijsvinger naar duim
C
van school tot ongeveer aan de gymzaal
D
1 voetstap
Slide 5 - Quizvraag
De afkorting van meter is
A
cm
B
dm
C
m
D
km
Slide 6 - Quizvraag
In een fles cola zit ALTIJD 1 liter
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Een pak suiker weegt 1 kilo
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Een centimeter is groter dan een meter.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Een kilometer is groter dan een meter.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Een kilo is zwaarder dan een gram.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Wat is zwaarder?
A
Een pak melk
B
Een pen
Slide 12 - Quizvraag
1 kilo veren is net zo zwaar als
A
1 kilo stenen
B
1 kilo watjes
C
1 kilo rijst
D
1 kilo zand
Slide 13 - Quizvraag
De gang is ongeveer 30 cm lang.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het zwaarst?
A
Een baksteen
B
Een auto
C
Een telefoon
D
Een fles cola
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het lichtst?
A
Een armband
B
Een schaar
C
Een lepeltje
D
Een veer
Slide 16 - Quizvraag
Een voetstap is ongeveer zo groot als een
A
centimeter
B
kilometer
C
meter
D
decimeter
Slide 17 - Quizvraag
Een ring is ongeveer............. groot.
A
1 meter
B
1 centimeter
C
1 kilometer
D
1 decimeter
Slide 18 - Quizvraag
Een voetbalveld is ongeveer ...... lang
A
90 kilometer
B
90 meter
C
90 centimeter
D
90 decimeter
Slide 19 - Quizvraag
Een pen is ongeveer 15 meter lang
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Waar willen we de volgende les mee aan de slag?
Meten
Wegen
Slide 21 - Poll
Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃
