UNIT 4, LESSON 1
> OPDR. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 & 9
> *PRACTICE MORE*
> JE WEET WAT DE PAST SIMPLE IS, WANNEER JE HET GERBUIKT EN HOE JE
HET MAAKT IN EEN ENGELSE ZIN, OOK MET TO BE EN TO HAVE.
> JE WEET (WEER) HOE JE AANWIJZENDE VOORNAAMWOORDEN
GEBRUIKT IN HET ENGELS.