2.3 Voltooid deelwoord

2.3 Voltooid deelwoord
Het doel van vandaag: Je spelt het voltooid deelwoord correct.

- Theorie voltooid deelwoord
- Aan de slag met de opdrachten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

2.3 Voltooid deelwoord
Het doel van vandaag: Je spelt het voltooid deelwoord correct.

- Theorie voltooid deelwoord
- Aan de slag met de opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Persoonsvorm verleden tijd:
Aan het begin van de les ... (kijken) we een video en ... (beantwoorden) we vervolgens een vraag.

Slide 2 - Open vraag

Wanneer gebruik je het voltooid deelwoord?

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer gebruik je het voltooid deelwoord?
* Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is.
"Voltooid" betekent dat iets af is. 

Slide 4 - Tekstslide

De persoonsvorm in een zin met een voltooid deelwoord is vaak een vorm van 
hebben, zijn of worden.
- Ik heb vanmorgen gezwommen.
- Ze heeft gisteren een leuk verhaal verteld.
- Ze had het verhaal zelf bedacht.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden van voorvoegsels van werkwoorden (om een voltooid deelwoord te maken) zijn ge-, be-, ver-, ont-, mis- en her-
- Wij zijn daar al eens geweest.
- Ik heb mijn vriend begroet
- Hij heeft me het hele verhaal verteld.
- De onderzoeker heeft een nieuw medicijn ontdekt.
- Zijn talent werd vaak miskend.
- De kat is herplaatst bij een liefdevol gezin.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling?
- Mijn lievelingsglas is ... 
- Mijn vriendin is gisteren ... 
- Ik heb zeventien studenten in het lokaal ... 
- We hebben gisteren hard ... 
(breken)
(verhuizen)
(tellen)
(werken)

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling?
- Mijn lievelingsglas is ... gebroken
- Mijn vriendin is gisteren ... verhuisd
- Ik heb zeventien studenten in het lokaal ... geteld 
- We hebben gisteren hard ... gewerkt

Slide 8 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden heeft soms een klankverandering en eindigt vaak op -en

Slide 9 - Tekstslide

Het boek is ... (schrijven)
Ik ben ... (beginnen)
Zij hebben ... (eten)
Hij is ... (dwingen)

Slide 10 - Open vraag

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op -t of -d. 
Maak het woord langer om het verschil te horen:
- Ik heb de hele dag gewerkt (want de gewerkte uren)
- De groente is gekoeld (want de gekoelde frisdrank)

Slide 11 - Tekstslide

Twijfel je?

Slide 12 - Tekstslide

De brandweer heeft de brand ... (blussen)
A
geblusd
B
geblust

Slide 13 - Quizvraag

Blussen --> blussen
s zit in 't ex-fokschaap: dus t.

Slide 14 - Tekstslide

Dat heb ik nooit ... (beloven)
A
beloofd
B
belooft

Slide 15 - Quizvraag

Beloven --> beloven
v zit NIET in 't ex-fokschaap: dus d.

Slide 16 - Tekstslide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord = Een woord dat een eigenschap of toestand van een ander woord benoemt.
Een bijvoeglijk naamwoord spel je zo kort mogelijk
Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Het bedrag is gestort.
Het gestorte bedrag.
De foto is vergroot.
De vergrote foto.
De werkzaamheden werden geschat op 26 uur.
De geschatte werkzaamheden.
(Extra t voor juiste uitspraak)

Slide 17 - Tekstslide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Eindigt het voltooid deelwoord op -en? Dan schrijf je het bijvoeglijk naamwoord hetzelfde.
Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
De vis was bedorven.
De bedorven vis.
Ik heb uw voortuin opgemeten.
De opgemeten voortuin.

Slide 18 - Tekstslide

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Waarom ... Lotte jou niet?
A
gelooft
B
geloofd

Slide 19 - Quizvraag

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Zo heb ik het echt niet ...
A
bedoelt
B
bedoeld

Slide 20 - Quizvraag

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Wanneer ... onze opleiding naar het nieuwe gebouw?
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 21 - Quizvraag

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
De politie ... de verdachte al urenlang.
A
verhoort
B
verhoord

Slide 22 - Quizvraag

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Er is gisteren een ernstig busongeluk ...
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 23 - Quizvraag

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Heb je mijn mail al ... ?
A
beantwoordt
B
beantwoord

Slide 24 - Quizvraag

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
De gemeente ... de fout geparkeerde fietsen.
A
verwijdert
B
verwijderd

Slide 25 - Quizvraag

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Dat meisje met haar rode haar ... heel snel.
A
verbrandt
B
verbrand

Slide 26 - Quizvraag

Zelfstandig werken
2F: Taalverzorging - 2.3 Voltooid deelwoord
Opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6

3F: Taalverzorging - 2.3 Voltooid deelwoord
Opdracht 1, 2, 3, 4 + extra opdracht 1 of 2

Slide 27 - Tekstslide