In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Welkom! Ga zitten!
Wat heb je nodig?
- pen
- papier
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les
In de vorige les hebben we de strofe besproken (couplet van een gedicht).
In de vorige les hebben we de versregel besproken (regel van een gedicht).
Slide 2 - Tekstslide
In deze les
leer je wat beginrijm is
oefen je met beginrijm
bespreken we eindrijm
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Wat valt je op in dit gedicht?
Slide 5 - Tekstslide
Beginrijm / Alliteratie
Voorbeeld: "De kat krabt de krullen van de trap". In die zin beginnen veel woorden met de 'k' Bij beginriijm/alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.
Slide 6 - Tekstslide
Beginrijm:
Duffe Donald Deed Dom
Slide 7 - Tekstslide
Beginrijm
Veel woorden in het gedicht beginnen met dezelfde letter
'Leentje leerde Lotje lopen langs de lange lindenlaan'
Slide 8 - Tekstslide
Kies een letter uit het alfabet
- Schrijf zoveel mogelijk woorden op die je kent met die beginnen met de gekozen letter
(mag in tweetallen!)
Werk rustig en overleg zachtjes!
Geen inspiratie zoeken op internet!
timer
3:00
Slide 9 - Tekstslide
Maak alleen of samen een zolang mogelijke zin met de woorden die je hebt verzonnen.
bijvoorbeeld:
Lotje leerde Liesje lopen langs de lange Lindelaan
Geen inspiratie zoeken op internet!
timer
5:00
Slide 10 - Tekstslide
Wat valt je op?
Je hebt iemand nodig
stil en oprecht
Die als het erop aankomt
voor je bidt of voor je vecht
Eindrijm
Eindrijm
Slide 11 - Tekstslide
Eindrijm
Woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank.