Semana 46 - U1 Fechas

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Objetivos Doelen

En esta clase... In deze les...

1. ...repaso los verbos en -ar, ser,tener,llamarse herhaal ik de werkwoorden

2. ...aprendo a contar hasta 31 leer ik tellen tot (en met) 31

3. ...aprendo los meses del año leer ik de maanden van het jaar

4. ...aprendo a escribir/decir una fecha leer ik hoe ik een datum opschrijf/zeg

Conjugar verbos Werkwoorden vervoegen (1)

Stap 1: Schrijf de stam van het werkwoord op. Haal -ar eraf. Je houdt de stam over.

Conjugar verbos Werkwoorden vervoegen (2)

Stap 2: Bepaal wie of wat het onderwerp van jouw zin is. Let op, dingen horen bij 3 (ev) of 6 (mv).

1	ik	yo
2	jij	tú
3	hij, zij (ev), u (ev)	él, ella, usted
4	wij	nosotros, nosotras
5	jullie	vosotros, vosotras
6	zij, zij vrouwelijk (mv), u (mv)	ellos, ellas, ustedes

Conjugar verbos Werkwoorden vervoegen (3)

Stap 3: Plak de juiste uitgang achter de stam, zodat onderwerp en persoonsvorm op elkaar aansluiten. De uitgangen zijn de dikgedrukte letters in het plaatje.

Los números 0-31

LT p 29

Los meses y las estaciones del año De maanden en de seizoenen van het jaar

invierno winter

primavera lente

verano zomer

otoño herfst

La fecha De datum

el + [dag] + de + [maand]

> el 1 de enero

> el 23 de julio

Hoy es miércoles, el nueve de noviembre. Vandaag is het woensdag 9 november.

¡Feliz cumpleaños! LT p 21

Ejercicio 5

1. Bekijk de kalender van Laura.

2. Kun je vertellen wie wanneer jarig is?  Schrijf acht zinnen op.

> El veinte de enero es el cumple de Yago.

Deberes Huiswerk

- maken en nakijken: LE p 8-9 ejs 4,5,6,7

- leren: maanden en data

- leren: de getallen 0 t/m 31 

¡Hasta luego!