SEMANA 4

SEMANA 4
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

SEMANA 4

Slide 1 - Tekstslide

Teléfonos - Group 10
1.  Yasssim
2. Kinshuk
3. Ari
4. Nawaal
5. Yulia
6. Philip
7. Maks
8. Yasana
9. Kenji
10. Kyan
11. Nedda
12. Chaymae
13. Evren 
14. Yashika
15. Doea
16. Leoni
17. Yevhen
18.Melissa

Slide 2 - Tekstslide

Nr. 3 TB p. 20 - Me duele todo -> alles doet (me) pijn

Leer y marcar los síntomas de enfermedades

Slide 3 - Tekstslide

/ tos
werkwoorden bij ziekteverschijnselen

Slide 4 - Tekstslide

Nr. 3b TB p. 20
¿Qué te duele? Wat doet je pijn? Wat doet er pijn bij jou
¿Qué le duele? Wat doet u pijn? Wat doet er pijn bij u
¿Dónde le duele? Waar doet het u pijn?
¿Dónde os duele? Waar doet het jullie pijn?
Vul schema aan met voorbeelden

Slide 5 - Tekstslide

Nr. 4a TB p. 21 - Sana, sana colita de rana

Slide 6 - Tekstslide

TB p.21 ¿Qué compra en la farmacia?
Prudencio en la farmacia audio 8
4b: 1e x luisteren
4c: 2e keer luisteren
consejos

Slide 7 - Tekstslide

En el doctor(a)
¿Qué te pasa?

Slide 8 - Tekstslide

 ¡Doctora, 
tengo fibre!

Traduce estas frases en tu cuaderno

Slide 9 - Tekstslide

Libro p. 18
Le duele la barriga
Le duele las muelas
Está resfriado
Se ha roto una pierna
Está mareado
Tiene fiebre

Slide 10 - Sleepvraag

DOLER
TENER DOLOR DE 

Slide 11 - Tekstslide

tener
doler
estar
frío
la garganta
sed
la espalda
fiebre
los pies
cansado
enfermo

Slide 12 - Sleepvraag