th2 les 45 (18 mei)

Bienvenue TH2K!
  • Kom rustig binnen in het lokaal
  • Doe je telefoon in de telefoontas
  • Ga zitten op je plek van de plattegrond
  • Pak je boeken en schoolspullen erbij
  • Geen jassen/capuchons, eten & drinken, petten & mutsen
  • Tijdens de uitleg is het stil, werken volgens de instructie van de docent
  • Wees positief en behulpzaam naar elkaar
  • Na de laatste waarschuwing is het naar meneer Boon

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue TH2K!
  • Kom rustig binnen in het lokaal
  • Doe je telefoon in de telefoontas
  • Ga zitten op je plek van de plattegrond
  • Pak je boeken en schoolspullen erbij
  • Geen jassen/capuchons, eten & drinken, petten & mutsen
  • Tijdens de uitleg is het stil, werken volgens de instructie van de docent
  • Wees positief en behulpzaam naar elkaar
  • Na de laatste waarschuwing is het naar meneer Boon

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Herhaling: avoir (10 minutes)
  • Le passé composé (20 minutes) 
  • Au travail: passé composé (10 minutes)

Aan het eind van de les heb je kennis gemaakt met de passé composé.

Slide 2 - Tekstslide

Le verbe avoir (10 minutes)
Prends ton portable! We doen een korte quiz over avoir.

Dit werkwoord ga je nodig hebben voor de passé composé!!

Slide 3 - Tekstslide

Vertaal het werkwoord:
avoir
A
hebben
B
willen
C
zien
D
kunnen

Slide 4 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir:
Elle ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 5 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir:
Ils ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 6 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir:
Vous ________ (avoir)
A
avez
B
as
C
ont
D
avons

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van avoir:
Elle ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van avoir:
Marie ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal naar het Frans:
ik heb
A
je ai
B
j'ai
C
je suis
D
je fais

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van avoir:
Nous ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 11 - Quizvraag

COMBINEZ:
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 12 - Sleepvraag

Le passé composé (20 minutes)
De voltooid verledentijd. 

Wie weet een voorbeeld in het Nederlands te noemen? 

Pak je schrift! Je gaat zo een aantekening maken.......

Slide 13 - Tekstslide

Le passé composé
Voor de passé composé heb je het werkwoord AVOIR nodig.

J'ai parlé
Tu as mangé
Il a nagé
Vous avez écouté
Ils ont aimé

Slide 14 - Tekstslide

Le passé composé
Daarna maak je een voltooid deelwoord

1. infinitief = parler
2. haal -er weg: parl
3. voeg +é toe: parlé

Voorbeeld: il a parlé 

Slide 15 - Tekstslide

Le passé composé 
Let op: Het voltooid deelwoord van....
être = été > J'ai été
avoir = eu > J'ai eu 
faire = fait > J'ai fait
prendre = pris > J'ai pris
vouloir = voulu > J'ai voulu
pouvoir = pu > J'ai pu



Slide 16 - Tekstslide

Even oefenen! 
  • il ..................... (écouter)
  • Elle ................ (être)
  • Nous .............. (voyager)
  • Tu ................... (aimer)
  • Vous ............... (avoir)
  • Elles ................ (regarder) 

Slide 17 - Tekstslide

Au travail! (10 minutes)
Tu vas faire les exercices à la page 58-60
  • 16A (p. 58)
  • 16B (p. 58)
  • 16C (p. 59-60)

Tu travailles en silence pendant 5 minutes!
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide