Oefentoets vpk GGZ
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is Balans suïcide?
A
Suïcide plegen doordat je slecht balans hebt
B
De balans op hebben gemaakt en dan beslissen tot suïcide
C
Suïcide plegen, omdat je de balans terug wilt vinden
D
Per ongeluk je balans verliezen waardoor je je suïcideerd
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie geeft een crisismaatregel af?
A
Rechter
B
Verpleegkundige
C
Psychiater
D
Burgemeester
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is instrumentele agressie?
A
Een bewuste actie om het doel te bereiken
B
Agressie gericht op een situatie
C
Snel en onverwacht tonen van oplopende emoties
D
Niet invoelend en onvoorspelbaar snel gewelddadig worden
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In welk voorbeeld confronteer jij de cliënt als deze een grens over gaat?
A
Rot op.
B
Ik wil dat je een stap naar achteren doet
C
Nu wegwezen.
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het verschil tussen overdracht en tegenoverdracht?
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat verstaan we onder een heterogene groep?
A
De groep lijkt op de samenleving
B
Alle groepsleden hebben dezelfde achtergrond
C
Iedereen valt op hetzelfde geslacht
D
De groep is gericht op de sfeer
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar richten educatieve elementen zich op?
A
Gericht op het eigen maken van nieuwe vaardigheden of gedrag
B
Gericht op zelfzorg
C
Gericht op het hebben van dagbesteding
D
Gericht op het volgen van een studie
Slide 8 - Quizvraag
Educatief: Gericht op het eigen maken van nieuwe vaardigheden en/of gedragingen.
Steunend (basis): Gericht op het ondersteunen in het functioneren. Bv. dagbesteding bij passieve patiënten, stimuleren van zelfzorg
Wat is forensische psychiatrie?
A
Psychiatrische patiënten met een slaapstoornis
B
Psychiatrische patiënten met een TBS achtergrond
C
Psychiatrische patiënten die zijn overgeplaatst
D
Psychiatrische patiënten in aanraking met justitie
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer is iemand ontoerekeningsvatbaar?
A
Als er een gevaar voor zichzelf aanwezig is
B
Strafbaar feit begaan wat niet aan de persoon kan worden verweten door psychische ziekte
C
Als het strafbaar feit erger blijkt dan voorheen gedacht
D
Als er een zorgmachtiging is afgegeven
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Geef voorbeelden van beschermende factoren in relatie tot suïcide
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de volgorde van het CASE interview?
1. Directe toekomst, 2. Actuele situatie, 3. Ruimere voorgeschiedenis, 4. Recente voorgeschiedenis
1. Directe toekomst, 2. Actuele situatie, 3. Ruimere voorgeschiedenis, 4. Recente voorgeschiedenis
A
1, 2, 3, 4
B
4, 3, 2, 1
C
2, 4, 3, 1
D
3, 2, 1, 4
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het verschil tussen suïcide en zelfbeschadiging?
A
Bij suïcide beschadig je jezelf met opzet
B
Bij zelfbeschadiging wil je jezelf doden. Bij suïcide niet
C
Bij suïcide wil je jezelf doden bij zelfbeschadiging niet
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Door welke wet is de BOPZ vervangen?
A
BIG
B
WVGGZ
C
WZDW
D
WGBO
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke categorieën binnen de psychiatrische zorg kennen we?
A
Ouderen-psychiatrie, forensische-psychiatrie en acute psychiatrie
B
Interne-psychiatrie, ouderen-psychiatrie en ambulante psychiatrie
C
Ambulante-psychiatrie, forensische psychiatrie en externe-psychiatrie
D
Holistische-psychiatrie, ordinaire-psychiatrie, hospitality-psychiatrie
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
