1 hv Unit 3 - New York - Introduction

Which city is this? 
Which city is this ? 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Which city is this? 
Which city is this ? 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

TeHoeveel staten zijn er?kst

Slide 3 - Tekstslide

NEW YORK

Slide 4 - Tekstslide

New York

Slide 5 - Tekstslide

All Right Unit 3
Watch the clip and answer the questions. 

Next: Turn to p.94 and read the text. Then do exercises 2

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Hoeveel medewerkers van Macy en artiesten doen er mee aan de Thanksgiving Day Parade?
A
Meer dan 8000
B
Ongeveer 6000
C
Meer dan 10.000
D
Ongeveer 4500

Slide 8 - Quizvraag

Hoe lang is de route die ze nemen?
1 mijl = 1,6 kilometer
A
Ongeveer 250 miles
B
Ongeveer 25 miles
C
Ongeveer 12,5 miles
D
Ongeveer 2,5 miles

Slide 9 - Quizvraag

Door welke film werd Macy's Thanksgiving Day heel populair?
A
Home Alone 2
B
Miracle on 34th Street
C
21 Jump Street
D
Elf

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel kost de parade ongeveer?
A
1-3 miljoen dollars
B
11-13 miljoen dollars
C
21-23 miljoen dollars
D
31-33 miljoen dollars

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer begonnen ze met de parade (als kerstspektakel)?
A
in 1924
B
in 1927
C
in 1947
D
in 1948

Slide 12 - Quizvraag

Wat is sinds het begin van Macy's Thanksgivingday Parade de hoofdattractie van de parade?
A
de enorme ballonnen
B
de kalkoen
C
de kerstman
D
de Rockettes

Slide 13 - Quizvraag

All Right Unit 3
 

Next: Turn to p.94 and read the text. Then do exercises 2

Slide 14 - Tekstslide

Lesson 2: opdracht 2+3+4
Listen to "A hectic city" and answer the questiosn in ex 2+3+4.


Take a look at Study Box on page 129 in your book. 
--> These will be homework for next week 
--> Tip! leer de stof in stukjes (4x negen woordjes)
--> Hoe moet je ze leren?!?


Slide 15 - Tekstslide

Hoe leer je woordjes?

Slide 16 - Tekstslide

Woordjes leren
Hoe heb jij de woordjes geleerd tot nu toe?

Heb je een gouden tip voor andere die moeite hebben met het leren van woordjes?

Mijn tip! 


Hak de woordenlijst in stukjes!

Je kunt beter de stof over 4 dagen verspreiden dan het in één keer in je hoofd stampen (dat werkt niet goed!)

Slide 17 - Tekstslide

Manieren van woordjes leren
1.  Flitskaarten
2. Met een website of app
3. Woordentekening
4. Groepen maken
5. Flapmethode
Er is geen goede of foute manier, kies er eentje die bij jou past!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Manieren van woordjes leren
1. Flitskaarten
2. Met een website of app
3. Woordentekening
4. Groepen maken
5. Flapmethode
Oefen maar een keer met een manier!

Slide 24 - Tekstslide


Homework for Tuesday November 26
  • do (maak) lesson 2 ex 4-5 in your book
  • study words §3.2  first block

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

All Right Unit 3
 * Check homework: 
-words lesson 3.2 first block
- lesson 2 ex 4+5

 

Slide 27 - Tekstslide

Degrees of comparison

Slide 28 - Tekstslide

Comparisons
COMPARISONS
= vergelijkingen

Slide 29 - Tekstslide

Comparisons
big
bigger
the biggest
COMPARISONS

Slide 30 - Tekstslide

How would you compare these?

Slide 31 - Tekstslide

How would you compare these?
fast
faster
fastest

Slide 32 - Tekstslide

How would you compare these?

Slide 33 - Tekstslide

How would you compare these?
tallest
taller
tall

Slide 34 - Tekstslide

Comparative
Vergrotende trap:
+ER

Comparing 2 people/things

Frank is taller than Rob.

That car is faster than my car.


Superlative
Overtreffende trap:
+EST

Comparing 1 to all the rest

Rob is the tallest boy in class.

That is the fastest car ever.

Slide 35 - Tekstslide

Comparative +
Superlative
klein - kleiner dan - het kleinst(e)
small - smaller than - the smallest

big - bigger than - the biggest

nice - nicer than - the nicest

BUT:
lucky - luckier than - the luckiest


Vergrotende +

overtreffende trap


Slide 36 - Tekstslide

Exception to the rule (onregelmatig)

goed - beter - best
good - better - best

slecht - slechter - slechtst(e)
bad - worse - worst

 



Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Let's practice

* do lesson 2 ex 6 in your book
* do lesson 2 ex 7 in pairs
* do lesson 2 ex 8+9+10 online

Slide 39 - Tekstslide

Opdracht 8+9: Warming up
a. What main topics do you expect to hear about in the video? Write down the numbers, which you think are correct.

Main topics I expect:
1. finding the subway
2. using the subway to get to top tourist attractions
3. reading subway signs
4. buying a ticket
5. how to use other forms of public transport
6. do's and don'ts on the subway

Slide 40 - Tekstslide

Some more listening

Lesson 2 ex 11+12  in All Right online 

Slide 41 - Tekstslide



Homework for Thursday November 28

  • do (maak) lesson 2 ex 11+12 in your online book
  • study words §3.2  second block

Slide 42 - Tekstslide