Argumenteren H1

Argumenteren
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Argumenteren

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 1 (blz. 3)
Noteer het standpunt in de volgende argumentaties. Zet erachter of het een positief standpunt, een negatief standpunt of een standpunt van twijfel is.

Slide 2 - Tekstslide

1.1 We kunnen beter een particulier beveiligingsbureau voor school inhuren. Er zijn inmiddels meer dan genoeg laptops verdwenen.

Slide 3 - Open vraag

1.2 Ik weet nog niet of ik voor of tegen de verkorting van de zomervakantie ben: ik weet er eerlijk gezegd nog te weinig vanaf.

Slide 4 - Open vraag

1.3 Bij de vorige James Bondfilm spatte het bloed van het scherm af, zo veel geweld kwam erin voor: ik denk niet dat ik meega naar de nieuwe Bondfilm.

Slide 5 - Open vraag

1.4 Er komt geen poes! Ik ben daar al jaren allergisch voor, en dat weet je.

Slide 6 - Open vraag

1.5 Ik heb alleen nog maar het slotstukje van de eerste aflevering van The Killing gezien. Ik kan nu echt nog niet zeggen wat ik ervan vind.

Slide 7 - Open vraag

1.6 In februari is de kans op sneeuw in Zuid-Duitsland veel groter dan in december. Je kunt dan ook beter pas in de krokusvakantie gaan skiën en niet al met Kerstmis.

Slide 8 - Open vraag

1.7 Ik ga nooit meer naar Lowlands. Ik ben na de laatste keer meer dan een week hartstikke ziek geweest.

Slide 9 - Open vraag

1.8 De vorige vergadering waarbij Ben voorzitter was, liep behoorlijk uit: de vergadering van vanmiddag zal ook wel niet op tijd afgelopen zijn.

Slide 10 - Open vraag

Opdracht 2 (blz. 3 - 4)
Standpunten per tekst:
1 De wet is toe aan revisie. 
2 Ik vond het artikel over het onderzoek van Sinan Cancaya een ontzettend eenzijdig stuk. 
3 Het kabinet moet bèta’s steunen. 
4 Connexxion gaat een bedenkelijk pad op met het aanbieden van zoetwaren in de bus. 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 3 (blz. 5)
Noteer van de volgende zinnen het argument. Zet erbij op het een feitelijke uitspraak of een waarderende uitspraak is. 

Slide 12 - Tekstslide

3.1 De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.

Slide 13 - Open vraag

3.2 Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.

Slide 14 - Open vraag

3.3 Omdat je met een scooter een grotere kans loopt op een ernstig ongeluk dan op een fiets, lijkt het mij verstandig om scooters te verbieden.

Slide 15 - Open vraag

3.4 Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden. Leerlingen kunnen er echt geen nuttige dingen mee doen.

Slide 16 - Open vraag

3.5 Je wordt er toch beroerd van als je die heftige berichten over ontgroeningen leest. Ze moeten het ontgroenen gewoon helemaal verbieden.

Slide 17 - Open vraag

Opdracht 4 (blz. 6)
 Noteer van de zinnen a het standpunt en het argument. Noteer van de zinnen bij b of er sprake is van een weerlegging of een tegenargument. 

Slide 18 - Tekstslide

4.1 a Volgens mij kun je beter blijven zitten, want dan slaag je over twee jaar met hogere cijfers.
b Maar dat kost me wel een heel jaar.

Slide 19 - Open vraag

4.2 a Omdat er nauwelijks werk voor afgestudeerde neerlandici te vinden is, lijkt het mij niet verstandig om Nederlands te gaan studeren.
b Dat verbaast me: de afgestudeerde mensen die ik ken, hebben inmiddels allemaal een baan gevonden.

Slide 20 - Open vraag

4.3 a Roken bekort het leven met acht jaar. Roken moet helemaal verboden worden.
b Mensen moeten zelf weten of ze roken of niet.

Slide 21 - Open vraag

4.4 a Het boek Merdeka! staat bomvol met gewelddadige oorlogsscènes. Als je daar niet zo van houdt, kun je het beter niet lezen.
b Zoveel staan er ook niet in; misschien dat er op 30 van de meer dan 300 pagina’s gevochten wordt.

Slide 22 - Open vraag

4.5 a Omdat er helemaal geen alcoholische versnaperingen te krijgen zijn, is Iran geen geschikt vakantieland voor levensgenieters.
b Als je de juiste kanalen kent, kun je er heus wel bier en wijn kopen.

Slide 23 - Open vraag

Opdracht 5 (blz. 6)
Noteer bij de volgende argumentaties een tegenargument en een weerlegging.  Controleer of je bij een tegenargument hebt gereageerd op het standpunt en of je bij een weerlegging gereageerd hebt op het argument. 

Slide 24 - Tekstslide

5.1 Politici trekken zich helemaal niets van hun stemmers aan: je kunt dan ook beter niet gaan stemmen.

Slide 25 - Open vraag

5.2 De drugsvoorlichting die de laatste jaren gegeven wordt op middelbare scholen, werkt averechts. Je brengt jongeren immers alleen maar op het idee zelf ook een keer drugs te proberen.

Slide 26 - Open vraag

5.3 Het is volgens mij beter als we doping gewoon toestaan, want dan hebben alle wielrenners tenminste gelijke kansen.

Slide 27 - Open vraag

5.4 Leerlingen nemen aan het eind van een schooldag niet zo veel meer op. We kunnen het best de laatste uren afschaffen.

Slide 28 - Open vraag

5.5 De leeftijdgrens om alcohol te mogen drinken kan beter weer naar 16 jaar. Het verbod wordt toch op grote schaal ontdoken.

Slide 29 - Open vraag