WKPV1 blz 9 t/m 26

Noem het artikel van het Wetboek van Strafvordering dat betrekking heeft op Buitengewoon opsporingsambtenaren. Noem alleen het nummer.
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
WKPV-1MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Noem het artikel van het Wetboek van Strafvordering dat betrekking heeft op Buitengewoon opsporingsambtenaren. Noem alleen het nummer.

Slide 1 - Open vraag

Welke wet geeft aan wie ambtenaar van politie zijn?
A
Wetboek van Strafrecht
B
Wetboek van Strafvordering
C
Politiewet 2012
D
Wet op de economische Delicten

Slide 2 - Quizvraag

Is een algemeen opsporingsambtenaar die werkzaam is voor een bijzondere opsporingsdienst altijd bevoegd om alle strafbare feiten op te sporen?
A
JA
B
NEE

Slide 3 - Quizvraag

Een BOA in dienst van de politie heeft een ...
A
Individuele aanwijzing
B
Categoriale aanwijzing
C
Aanwijzing bij of krachtens bijzondere wet of verordening

Slide 4 - Quizvraag

BOA's in dienst bij de politie vallen onder Domein ...
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer mag een veiligheidsfouillering worden afgenomen?
A
Bij personen om onmiddellijk dreigend gevaar af te wenden
B
Alleen bij verdachten om onmiddellijk dreigend gevaar af te wenden
C
Dit mag altijd als dit noodzakelijk is voor de strafvordering
D
Een algemeen opsporingsambtenaar mag dit altijd en een BOA slechts bij het afwenden van gevaar.

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer mag een BOA met politiebevoegdheden een insluitingsfouillering uitvoeren?
A
Bij personen om onmiddellijk dreigen gevaar af te wenden
B
Altijd
C
Bij verdachten om onmiddellijk dreigen gevaar af te wenden
D
Nooit

Slide 7 - Quizvraag

Welke wetgeving regelt de bevoegdheden van een toezichthouder?
A
Alleen de Algemene Wet bestuursrecht
B
Het Wetboek van Strafrecht
C
De Algemene Wet Bestuursrecht en enkele bijzondere wetten
D
De Algemene Plaatselijke Verordening

Slide 8 - Quizvraag

Een toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is.
Dit is het ...
A
Fair Play beginsel
B
Evenredigheidsbeginsel
C
Legaliteitsbeginsel
D
Noodzakelijkheidscriterium

Slide 9 - Quizvraag

Een toezichthouder wil een straatartiest controleren op zijn vergunning. De straatartiest vlucht een café in. Mag de toezichthouder het café betreden om de straatartiest te controleren?
A
JA
B
NEE

Slide 10 - Quizvraag

Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen (art. 5:16 Awb)

Wat wordt bedoeld met 'inlichtingen vorderen'?
A
De toezichthouder mag alleen identiteitsgegevens vorderen.
B
De toezichthouder mag alleen vragen stellen over het strafbare feit.
C
De toezichthouder mag alles vragen, als hij maar de cautie geeft.
D
De toezichthouder mag alles vragen wat hij redelijkerwijs noodzakelijk vindt om zijn toezicht uit te kunnen voeren.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe vaak moet een BOA vorderen dat hem een identiteitsbewijs wordt getoond?
A
1 keer
B
2 keer

Slide 12 - Quizvraag

Het niet voldoen aan de vordering om een identiteitsbewijs te tonen, is een overtreding van ...
A
Artikel 447 e Wetboek van Strafvordering
B
Artikel 447e Wetboek van Strafrecht

Slide 13 - Quizvraag

Het opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering van een toezichthouder is strafbaar gesteld in ...

Slide 14 - Open vraag