In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
9.6 Preventie of Repressie
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen welke doelen we met straffen hebben
Verschillende manieren noemen om criminaliteit te verlagen
Je kent de begrippen preventie en repressie
Slide 2 - Tekstslide
Wie bepaalt in Nederland tijdens een rechtszaak wat voor straf de verdachte krijgt als hij schuldig is?
A
De jury
B
De rechter
C
Het OM
D
De officier van justitie
Slide 3 - Quizvraag
Wat krijg je opgelegd als je ontoerekeningsvatbaar bent?
A
TBS
B
CBS
C
ANWB
D
Een gevangenisstraf
Slide 4 - Quizvraag
Welke soorten straffen zijn er?
A
Een geldstraf
B
Een taakstraf
C
Een gevangenisstraf
D
A, B en C zijn allemaal goed
Slide 5 - Quizvraag
Drie soorten straffen: hoofdstraf, bijkomende straf, maatregel
Rechters leggen in Nederland jaarlijks tussen de 100.000 en 200.000 straffen op.
Er zijn drie hoofdstraffen:
een geldboete
een gevangenisstraf
een taakstraf
Slide 6 - Tekstslide
Bijkomende straffen of maatregel
Naast de opgelegde straf kun je ook een bijkomende straf of maatregel krijgen.
Slide 7 - Tekstslide
Bijkomende straffen of maatregel
Naast de opgelegde straf kun je ook een bijkomende straf of maatregel krijgen.
Bijkomende straf: bijvoorbeeld een rijontzegging of beroepsverbod.
Maatregel: bijvoorbeeld tbs of een schadevergoeding aan het slachtoffer.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Wat is een voorbeeld van een bijkomende straf?
A
Geldboete
B
Taakstraf
C
Rijbewijs inleveren
Slide 10 - Quizvraag
Welke van de volgende besluiten van de rechter is een maatregel?
A
Hechtenis
B
TBS
C
Taakstraf
D
Geldboete
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het doel van TBS?
A
genoegdoening voor het slachtoffer
B
heropvoeden
C
wraak
Slide 12 - Quizvraag
Iemand komt het meest in aanmerking voor tbs als hij:
A
in blinde woede zijn vrouw heeft vermoord.
B
weigert zijn belasting te betalen.
C
tijdens de rechtszaak liegt.
D
bedrijven voor miljoenen euro’s heeft opgelicht.
Slide 13 - Quizvraag
Het doel van straffen
Straffen worden opgelegd met een doel:
Afschrikking
Verbeteren (resocialisatie= heropvoeden
De samenleving veiliger maken.
Wraak (voor de slachtoffers)
Vanuit verschillende hoeken komt er kritiek op de manier van straffen. Het is of te zwak of te hard.
Slide 14 - Tekstslide
Preventie of repressie
Veel mensen hebben verschillende ideeën om criminaliteit aan te pakken:
Preventie: Voorkomen
Repressie: Straffen
We gaan eerst kijken naar de manier van straffen (Repressie).
Slide 15 - Tekstslide
Repressie
Repressie: Onderdrukken. handelen na het delict.
Langere celstraf
Extra agenten
Meer geld voor justitie
'supersnelrecht'
Politiek: VVD, PVV en FvD.
Slide 16 - Tekstslide
Preventie
Preventie: Het voorkomen van criminaliteit. handelen vóór het delict.
Meer toezicht
Sociale controle
Hulp aan jonge criminelen
leer- en werkstraffen
Maatregelen tegen schooluitval
Politiek: Groenlinks, Pvda en D66
Slide 17 - Tekstslide
PREVENTIE / PREVENTIEF BELEID
REPRESSIE / REPRESSIEF BELEID
aanpakken van maatschappelijke oorzaken
voorlichting
vaak op gemeentelijk niveau
overlast in vroeg stadium terugdringen
inzetten bij zware criminaliteit en georganiseerde misdaad
nadruk op strafrechtelijke maatregelen
richt zich op misdrijven die al hebben plaatsgevonden
gevangenisbeleid
Slide 18 - Sleepvraag
Rechts en links
Rechts: (VVD, PVV en FvD)
Zwaardere straffen (repressie)
Links: (Pvda, Groenlinks en D66)
Minder zware straffen (preventie)
Meerderheid Nederland:
Zwaardere straffen
Slide 19 - Tekstslide
Repressie
Preventie
Rechte politieke partijen
Linkse politieke partijen
Criminelen hard aanpakken
Criminaliteit voorkomen
GroenLinks
VVD en PVV
Slide 20 - Sleepvraag
Helpt straffen?
''Alle veroordeelden die een celstraf hebben gekregen, gaat bijna 50% binnen twee jaar opnieuw de fout in'' (blz. 151)
Oplossing:
Opleiding en helpen aan werk
Terug in de maatschappij
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Na de dood van Anne Faber werd verdachte Michael P. aangehouden. Hij zat vast in een kliniek voor behandeling. Dit is een geval waarbij preventie gefaald heeft. Leg uit waarom dat zo is.
Slide 23 - Open vraag
aan de slag met de opdrachten
volgende week over gedoogbeleid blz 152
Slide 24 - Tekstslide
Gedoogbeleid
Iets gedogen = iets toestaan...?
Tegenover softdrugs is in Nederland een gedoogbeleid
Tegenstanders hiervan vinden dat je ALLE drugs moet verbieden.