Tarea 1, Ser, hay, estar (22-4)

¡Bienvenidos a la clase de español!
   ¿Qué día es hoy?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a la clase de español!
   ¿Qué día es hoy?

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué hacemos hoy?
  • ¿Qué hemos hecho?


  • ¡A trabajar!


  • Fin de la clase








  • Objetivo
  • Mi ciudad y mi barrio
  • Ser
  • Estar
  • Hay
  • Quiz
  • Practicar
  • Evaluación

Slide 2 - Tekstslide

¿Qué hemos hecho?

Slide 3 - Woordweb

Objetivo

Slide 4 - Tekstslide

Mi ciudad y mi barrio

Slide 5 - Tekstslide

Mi ciudad y mi barrio
Rellenar lista de vocabulario 1.3
La farmacia Lérez está a la izquierda del quisco Pepe.

Slide 6 - Tekstslide

Ser, estar & hay
Las tres chicas son españolas.
 
Están en la playa. 
No hay mucha gente en la playa.
SER
ESTAR
HAY
De drie meisjes zijn Spaans. 
Zij zijn op het strand. 
Er zijn niet veel mensen op het strand.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Ser 
Juan es inteligente. 
identiteit
Juan is intelligent.
Ik ben een Spanjaard.
Yo soy español. 
vaste eigenschap
zijn (wie of wat?)

Slide 9 - Tekstslide

Estar 
El libro está en la mesa. 
liggen of staan
Het boek ligt op tafel. 
Waar is de bioscoop? 
¿Dónde está el cine?
el, la, los, las
zich bevinden (specifiek)

Slide 10 - Tekstslide

Estar 
¿Dónde están mis zapatillas
bezit
naam en/of eigenschap die verandert.
Waar zijn mijn sneakers?
Pedro está enfermo.
Pedro is thuis.
zich bevinden (specifiek)

Slide 11 - Tekstslide

Hay
Aquí hay tres museos
telwoord
als er iets niet is
Hier zijn drie musea.
Ahí no hay nadie.
Daar is er niemand. 
er is / er zijn (niet specifiek)

Slide 12 - Tekstslide

Hay
¿Dónde hay un restaurante 
un, una, unos, unas
Waar is er een restaurant?
Er zijn veel leerlingen.
Hay muchos alumnos.
hoeveelheidswoord
er is / er zijn (niet specifiek)

Slide 13 - Tekstslide

Los libros __________ encima de la mesa.
A
hay
B
está
C
están
D
son

Slide 14 - Quizvraag

¿Sabes si _________________ un hotel por aquí cerca?
A
hay
B
está
C
están
D
son

Slide 15 - Quizvraag

No sé dónde _______________mis zapatos.
A
hay
B
está
C
están
D
son

Slide 16 - Quizvraag

Carmen ________________ mi amiga.
A
hay
B
está
C
están
D
es

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Practicar (1.6)
¿Qué? Ej. C, D, E

¿Cómo? En parejas

¿Listo? Ej. A, B

¿Tiempo? 20

Vraag het nakijkblad aan de docent..

Slide 19 - Tekstslide

¿Tiempo libre?

Slide 20 - Tekstslide

Wat ik nog moeilijk vind is...
Wat ik vandaag heb geleerd is...
Wat ik al goed kan is...
Wat ik met de lesstof kan doen is...
Mijn leerdoel van deze les was...




Slide 21 - Woordweb

¿Qué tal la clase?
A
muy bien
B
bien
C
regular
D
mal

Slide 22 - Quizvraag

Fin de la clase...



* ¿Qué salió bien?


* ¿Qué puede mejorar?


* ¿Próxima clase?
¿Qué? Hay en estar 

¿Preparar? 
- Tarea 1.3 van "aquí vivo yo" (tekst lezen, kaart bekijken en woordenlijst invullen)

Slide 23 - Tekstslide