Omgaan met cultuurverschillen

Omgaan met cultuurverschillen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Omgaan met cultuurverschillen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Terugblik
  • Lesdoelen 
  • Maslov/Pinto
  • Topoi 
  • Quiz
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt in de praktijk rekening houden met verschillende cultuurverschillen. 
  • Je kunt een probleem in de interculturele communicatie herkennen en oplossen.  

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Interculturele communicatie
  • Interculturele communicatie als wetenschap is relatief nieuw. Het is een combinatie van psychologie, antropologie en communicatiewetenschappen. 
  • De taal van het land spreken is niet voldoende om in een andere cultuur te kunnen communiceren. 

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken van interculturele communicatie
  • Het geven en vragen van uitleg.
  • Het geven en ontvangen van feedback.
  • Het beantwoorden van de vragen: 
  • 1. wat is mijn aandeel? (wat doe ik en zeg ik en hoe interpreteer ik de ander) 
  • 2. wat is het aandeel? (wat zegt/doet de ander, hoe interpreteert de ander wat ik doe of zeg?) 
  • 3. wat is de invloed van de heersende sociale representaties op onze communicatie? Hoe kleurt dit hetgeen we zeggen en hoe beïnvloedt dit wat ieder zegt en doet?
  • Het omgaan met emoties.
  • Zoeken naar het gemeenschappelijke.
  • Omgaan met verschillen.

Slide 6 - Tekstslide

Pinto
David Pinto heeft een theorie ontwikkeld waarin hij twee verschillende soorten cultuur onderscheidt. Zijn theorie heeft als uitgangspunt dat culturen zich het duidelijkst van elkaar onderscheiden in de normen en waarden. Pinto heeft de verschillen proberen terug te brengen door het omschrijven van twee uitersten: grofmazig en fijnmazig.

Slide 7 - Tekstslide

FIJNMAZIG (wij-cultuur)

  • In fijnmazige-culturen speelt de groepsgebondenheid een grote rol. 
  • De cultuur kent een grote samenhang, de mazen zijn klein. 
  • Het gedrag van mensen ligt voor een groot deel vast in gedetailleerde gedragsregels.
  • De identiteit wordt bepaald door de plaats die je in de groep inneemt en door de waarden, normen en zingeving van de groep. 
  • De F-cultuur is vaak te vinden in het Midden-Oosten, en in Aziatische en Afrikaanse landen.

GROFMAZIG (ik-cultuur)

  • In grofmazige-culturen zijn mensen in de eerste plaats individuen, die verantwoordelijk zijn voor het eigen gedrag.
  • Vandaar de grove mazen, weinig onderlinge samenhang. 
  • De identiteit wordt bepaald door persoonlijke waarden, normen en zingeving van je leven.
  • De G-cultuur komt veel voor in bijvoorbeeld Noord-Amerika en Noordwest-Europese landen.

Slide 8 - Tekstslide

Maslow/Pinto

Slide 9 - Tekstslide

TOPOI-model
Culturele verschillen achterhalen en aanpakken (misverstanden aanpakken): analyse en interventie
Culturele achtergrond van de gesprekspartners altijd invloed op het verloop van de communicatie
"Culturen ontmoeten elkaar niet, maar mensen".














Het TOPOI-model is een manier om culturele verschillen en misverstanden, met betrekking tot de communicatie, op te sporen.

Slide 10 - Tekstslide

TOPOI

  • TOPOI staat voor: Taal, Ordening, Personen, Organisatie en Inzet.
  • Dit zijn vijf gebieden waarmee culturele verschillen en misverstanden opgespoord kunnen worden. Het model biedt tevens verschillende algemene communicatie en interventiestrategieën: 
  • www.jso.nl/wp-content/uploads/kennisbank-topoi-model_def1.pdf

Slide 11 - Tekstslide

Topoi
  • Taal: omvat de verbale en non-verbale taal van de deelnemers aan het gesprek.
  • Ordening: is de kijk ofwel de zienswijze van de deelnemers op de kwesties die spelen in hun gesprek. Het betreft hoe mensen kijken naar de werkelijkheid, een gebeurtenis of kwestie. 
  • Personen: verwijst naar de personen die deelnemen aan het gesprek en naar hun onderlinge betrekking. Het is het betrekkingsaspect in de communicatie: wie zijn de gespreksdeelnemers voor elkaar, welke beelden hebben ze van elkaar en hoe ervaren ze hun onderlinge betrekking? 
  • Organisatie: de maatschappelijke en professionele organisatorische omgeving waarbinnen communicatie plaatsvindt.
  • Inzet: de onderliggende motieven, behoeften, verlangens en drijfveren van de gespreksdeelnemers. 

Slide 12 - Tekstslide

Korte interculturele quiz

Slide 13 - Tekstslide

In welke 'taal' is je duim opsteken hetzelfde als je middelvinger opsteken
A
Vlaams
B
Chinees
C
Grieks
D
Colombiaans

Slide 14 - Quizvraag

'Caliente' betekent in het Spaans 'heet'. Wat zeg je als je 'estoy caliente'
A
Ik heb het warm
B
Het is heet
C
Ik ben heet (alsin geil)
D
Hot, hot, hot

Slide 15 - Quizvraag

In welk land is het beleefd om eerst 'nee' te zeggen als je bijv. koffie aangeboden wordt?
A
Iran
B
Costa Rica
C
Turkije
D
Ik lust geen koffie

Slide 16 - Quizvraag

In welk land moet je een visitekaartje goed bekijken en met beide handen aannemen?
A
China
B
Mexico
C
Amerika
D
Japan

Slide 17 - Quizvraag

Afsluiten
Vragen? 
Huiswerk volgens planning

Slide 18 - Tekstslide