Do i + Present cont

Do i + Present cont
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Do i + Present cont

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Uitleg BK > TL zelfstandig aan de slag
Wissel!
Uitleg TL > BK Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

HW Nakijken
BK: 6, 7, 8, 9, 10 




Slide 3 - Tekstslide

4. Instructie; DO I?

Slide 4 - Tekstslide

Aantekening: vraagzinnen

Do / does + onderwerp + hele werkwoord

Do I/you/we/they + werkwoord
Do I go? Do you run? Do we think? Do they come?
Does + he/she/it + werkwoord
Does he go? Does she fly? Does it work?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de goede vraag:
Doet hij zijn huiswerk?
A
Does he his homework?
B
Do he his homework?
C
Do he do his homework?
D
Does he do his homework?

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de goede vraag:
Slaapt zij goed?
A
Sleeps she well?
B
Does she sleep well?
C
Do she sleep well?
D
Sleep she well?

Slide 7 - Quizvraag

Don't - Doesn't 
don't
eat pasta.
You
don't
eat pasta. 
He / She / It
doesn't
eat pasta.
We
don't
eat pasta.
You
don't
eat pasta
They
don't
east pasta. 

Slide 8 - Tekstslide

Om de ontkenning te maken zet je Don't of doesn't voor het werkwoord
Hoe kies je tussen don't of doesn't?

Slide 9 - Tekstslide

DO / DOES

Do I walk?
Do you walk?
Does he/she/it walk? 
(zonder S achter WALK!)
Do we walk?
Do you walk?
Do they walk?
DON'T / DOESN'T

I don't walk.
You don't walk.
He/she/it doesn't walk.
(zonder S achter WALK!)
We don't walk.
You don't walk.
They don't walk.

Slide 10 - Tekstslide

I _____ like films.
A
don't
B
doesn't

Slide 11 - Quizvraag


No, it _____ work. It's broken.
A
don't
B
doesn't

Slide 12 - Quizvraag

No, we _____ live in London.
A
don't
B
doesn't

Slide 13 - Quizvraag

Jacky ___ (not - have) any hobbies.

Slide 14 - Open vraag

Charley ___ (not - eat) meat.

Slide 15 - Open vraag

___ Dennis ___ (have) any hobbies?

Slide 16 - Open vraag

I ___ (not - like) crafting.

Slide 17 - Open vraag

Wissel! 
BK Zelfstandig aan de slag
GT HW 6, 7, 8, 9, 20,21 

Slide 18 - Tekstslide




Present Continuous
Present Continuous

Slide 19 - Tekstslide

Present Continuous
  • Wanneer gebruik je de Present Continuous?

  • Hoe maak je de Present Continuous?

Slide 20 - Tekstslide

Present Continuous
  • Wanneer gebruik je de Present Continuous?

  • Hoe maak je de Present Continuous? 

Slide 21 - Tekstslide

Wat hoort er bij de Present Continuous?
A
Kristel has never been to Italy before.
B
I was playing
C
I am playing
D
Fred is happy

Slide 22 - Quizvraag

Present continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
hele ww+ -ed
B
shit = hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) + hele ww+ -ing
D
hele werkwoord + ing

Slide 23 - Quizvraag

wat is de present continuous
A
dingen die in het verleden gebeuren
B
dingen die nu aan de gang zijn
C
dingen die in de toekomst gebeuren

Slide 24 - Quizvraag

Present continuous:

Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.

Slide 25 - Quizvraag

Present Continuous:
Pick the example of the present continuous.
A
He is works late.
B
He is working late.
C
He works late.
D
He working late.

Slide 26 - Quizvraag

Aan de slag!

BK: Opdr 15, 16, 17, 18, 22, 23 
GT: Opdr 10, 13, 14, 15, 16 

Slide 27 - Tekstslide