4 lessen: Zakelijke brief

Welkom
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
Les 1: Zakelijke brief les 1
Opdrachten uit H1.4
Les 2: Zakelijke brief les 2
Oefenen met schrijven
Les 3: Zakelijke brief les 3
Start met schrijven van zakelijke brief (H1.4)
Les 4: Zakelijke brief les 4
Feedback geven + herschrijven


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Ik weet wat de afspraken en regels zijn bij een zakelijke brief.
 
Ik weet welke conventies bij een zakelijke brief horen.

Ik oefen met het schrijven van een zakelijke brief


Slide 3 - Tekstslide

Les 1 Zakelijke brief

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog over de zakelijke brief?

Slide 5 - Woordweb

Ken je de indeling van de zakelijke brief nog?
Welk tweetal heeft als snelst de juiste indeling van de zakelijke brief ?

Pak je schrift erbij!


timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

We gaan kijken naar de juiste indeling van een zakelijke brief

Slide 8 - Tekstslide

Wat is belangrijk!

Slide 9 - Tekstslide

Lees de lesstof van H1.4
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Informele taal gebruik je bij een....
A
persoonlijke brief
B
zakelijke brief

Slide 11 - Quizvraag

Formele taal gebruik je bij een ...
A
persoonlijke brief
B
zakelijke brief

Slide 12 - Quizvraag

Formeel taalgebruik
  • Nette taalgebruik: Algemeen Nederlands
  • Zoals het hoort, netjes
  • Volgens de regels
  • Zakelijke brief

Beste heer/ mevrouw, 
Met vriendelijke groet, 

Slide 13 - Tekstslide

Formeel
  • U
  • Geachte heer/mevrouw,
  • Hoogachtend,
  • Met vriendelijke groet,
  • Meedelen
  • wellicht
  • verzoeken
  • tot onze spijt/ helaas
Informeel
  • Jij, je, jou
  • Hoi Kim,
  • Mazzel!
  • Groetjes,
  • vertellen
  • misschien
  • vragen
  • sorry/ jammer

Slide 14 - Tekstslide

Conventies bekijken
Schrijf alle namen met een hoofdletter!

Begin de inleiding nooit met ik, maar altijd met: Mijn naam is.... Ik schrijf u deze brief, omdat..... 

Denk aan de komma's
Betreft: onderwerp altijd kort!
Taalgebruik: U / UW / MEVROUW / MENEER 

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
H1.4 Schrijven
bk: Opdracht 1 t/m 3, 5, 6
kgt: Opdracht 1, 2, 4 t/m 7



timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Les 2 Zakelijke brief






Herhalen: opbouw van alinea's + oefenen met schrijven

Slide 17 - Tekstslide

Alinea's
Een tekst bestaat uit alinea’s. Dit geldt ook voor een zakelijke brief. Als je goede alinea’s schrijft, is de opbouw van je brief duidelijker

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een alinea?
A
Een stukje tekst.
B
Een tussenkopje.
C
De hele tekst.
D
Weet ik niet.

Slide 19 - Quizvraag

Alinea's maak je door:
A
Een regel wit.
B
Inspringen.
C
Laatste zin van een alinea loopt niet door tot aan het einde van de regel.
D
Alle drie de antwoorden zijn goed.

Slide 20 - Quizvraag

Hoe zijn in deze tekst de alinea's gemaakt?

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
Oefenen met de delen van een zakelijke brief.
- inleiding
- kern
- slot

Drie oefenopdrachten 


Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 1: in je schrift
Kijk naar de volgende informatie: In welk deel van de brief komt deze informatie?
Stel jezelf voor
Vertel dat je in de organisatie van het buurtfeest zit
Vertel dat je via deze brief de buren wilt uitnodigen voor een buurtfeest.
Ga samen brainstormen over hoe je deze drie zinnen in een verhaaltje kunt zetten.
Bedenk tenminste 2 verschillende verhalen.
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 2: in je schrift
Vertel in de kern het volgende:
Het buurtfeest is op zaterdag 7 november
Tijdens dit buurtfeest is er een barbecue en zijn er verschillende activiteiten voor kinderen.
Bedenk zelf een straatnaam of plek waar dit feest gehouden wordt.
De tijden zijn van 14.00 - 18.00 uur
De kosten zijn 20 euro per persoon
Vertel dat er verschillende activiteiten zijn voor jonge kinderen ( bedenk er 3)

Ga samen brainstormen over hoe je deze zinnen in een verhaaltje kunt zetten. 

timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 3: in je schrift
Kijk naar de volgende informatie: In welk deel van de brief komt deze informatie?

Dat je hoopt op reactie binnen 2 weken zodat je rekening kan houden met het eten en het aantal personen
Het geld kunnen ze overmaken. 
Bedank alvast vooraf

Ga samen brainstormen over hoe je deze zinnen in een verhaaltje kunt zetten.
Bedenk tenminste 2 verschillende verhalen.
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Les 3 Zakelijke brief






Herhalen: conventies zakelijke brief + zakelijke brief schrijven

Slide 26 - Tekstslide

Programma
  1. Herhalen
  2. Aan de slag met een zakelijke brief

Slide 27 - Tekstslide

Mijn naam is.... Ik schrijf u deze brief, omdat...
DIT SCHRIJF JE IN DE .....
A
Kern
B
Slot
C
Inleiding
D
Aanhef

Slide 28 - Quizvraag

In dit deel van de brief geef je aan wat je van de geadresseerde verwacht.
A
Slotformule
B
Kern
C
Betreft
D
Slot

Slide 29 - Quizvraag

In dit deel van brief leg je duidelijk uit wat de reden is dat jij de brief schrijft.
A
Kern
B
Slotformule
C
Geadresseerde
D
Inleiding

Slide 30 - Quizvraag

Bij BETREFT vul je in...
A
Plaatsnaam
B
Je naam
C
Het onderwerp van de brief
D
Je adres en de datum

Slide 31 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
2 - 11 - 20, Klazienaveen
B
Klazienaveen, 2 november 2020
C
Klazienaveen, 2 - 11 - 20
D
Klazienaveen, twee november 2020

Slide 32 - Quizvraag

De slotformule van een zakelijke brief is....
A
Met vriendelijke groet,
B
Groet,
C
Mvg,
D
Hartelijke groet,

Slide 33 - Quizvraag

In de inleiding van een zakelijke brief staat:
A
Jezelf voorstellen, waarom je de brief schrijft
B
Kort maar krachtig alle informatie
C
Het onderwerp van de brief
D
De slotformule

Slide 34 - Quizvraag

Wat is een alinea?
A
Een stukje tekst.
B
Een tussenkopje.
C
De hele tekst.
D
Weet ik niet.

Slide 35 - Quizvraag

Alinea's maak je door:
A
Een regel wit.
B
Inspringen.
C
Laatste zin van een alinea loopt niet door tot aan het einde van de regel.
D
Alle drie de antwoorden zijn goed.

Slide 36 - Quizvraag

Aan de slag
H1.4
bk: Opdracht 7 t/m 11
kgt: Opdracht 10 + 11

Je gaat zelfstandig een zakelijke brief schrijven aan de hand van de opdrachten.
Maandag 17 oktober krijg je hier feedback op!



Slide 37 - Tekstslide

Les 4 Zakelijke brief






Herhalen: feedback geven + herschrijven 

Slide 38 - Tekstslide

Programma
  1. Herhalen
  2. Feedback geven
  3. Zakelijke brief herschrijven 
  4. Zakelijke brief inleveren bij docent

Slide 39 - Tekstslide

Kenmerken zakelijke brief:
A
formeel taalgebruik
B
informeel taalgebruik

Slide 40 - Quizvraag

Waar schrijf ik mijn adresgegevens in een zakelijke brief?
A
Op de voorkant van een enveloppe.
B
Bovenaan de brief.
C
Onderaan de brief.
D
Is niet nodig bij een zakelijke brief.

Slide 41 - Quizvraag

Wat staat er in de inleiding van een zakelijke brief?
A
Voorstellen
B
Voorstellen, aanleiding, doel
C
Je vertelt iets leuks, om de aandacht van de lezer te trekken.
D
Het doel van de brief.

Slide 42 - Quizvraag

Wat komt in een zakelijke brief VOOR de inleiding?
A
Afsluiting
B
Kern
C
Adres van geadresseerde
D
Aanhef

Slide 43 - Quizvraag

Wat zet je in de kern van een zakelijke brief?
A
wat je van de lezer verwacht
B
informatie/vragen
C
jezelf voorstellen + het doel van de brief

Slide 44 - Quizvraag

Wat zet je in het slot van een zakelijke brief?
A
wat je van de lezer verwacht
B
informatie/vragen
C
het doel van de brief

Slide 45 - Quizvraag

Feedback geven 
bk:
 Feedback geven op zakelijke brief van klasgenoot aan de hand van opdracht 12 + 13 + 14

kgt:
Feedback geven op zakelijke brief van klasgenoot aan de hand van opdracht 12 + 13
timer
15:00

Slide 46 - Tekstslide

Herschrijf je zakelijke brief aan de hand van je feedback


Lever het vervolgens in bij mij :)
timer
20:00

Slide 47 - Tekstslide

Het schrijven van een zakelijke brief...
A
kan ik al goed
B
ik moet de theorie nog even doornemen
C
kan ik echt nog niet.
D
wat is een zakelijke brief?

Slide 48 - Quizvraag