Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4H Beco H20.2
20.4 PP
Terugverdientijd?
A
3 jaar
B
3 jaar en 9 maanden
C
3 jaar en 10 maanden
D
4 jaar
1 / 11
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
11 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
20.4 PP
Terugverdientijd?
A
3 jaar
B
3 jaar en 9 maanden
C
3 jaar en 10 maanden
D
4 jaar
Slide 1 - Quizvraag
20.4
Bij welke machine komen na de terugverdientijd nog de meeste cashflows binnen?
A
WP
B
PP
Slide 2 - Quizvraag
20.4
Bij welke machine komen de grootste cashflows het eerste binnen?
A
WP
B
PP
Slide 3 - Quizvraag
De rente is 3%
Hoeveel is € 200,- over 1 jaar dan nu waard?
A
€ 194,-
B
€ 194,17
C
€ 197,-
D
€ 197,09
Slide 4 - Quizvraag
Contante waarde € 200,- over 1 jaar
200 / 1,03 = 194,17
Of 200 x 1,03 ^ -1 = 194,17
Contante waarde € 200,- over 3 jaar
200 / 1,03 ^ 3 = 183,03
Of 200 x 1,03 ^ -3 = 183,03
Slide 5 - Tekstslide
Netto Contante Waarde
Is een investeringsproject acceptabel?
De contante waarde van de cashflows - de contante waarde van de investeringen -->
positief! dan gaat het project door
Wanneer het negatief is zullen we het niet doorzetten.
Slide 6 - Tekstslide
Netto Contante Waarde
Omzet €1.600.000
Afschrijvingskosten €45.000
Loonkosten €1.000.000
Overige kosten
€330.000
€1.375.000 -
€ 25.000
Vennootschapsbelasting
20% x €225.000
€ 5.000
€ 20.000 (Winst na belasting)
Dus de cashflow = 20.000 + 45.000 = 65.000
Slide 7 - Tekstslide
Netto Contante Waarde
Investering € 265.000,-
Jaarlijkse cashflow aan het einde van het jaar gedurende 5 jaar € 65.000,-
Restwaarde na 5 jaar € 15.000,-
Minimaal geëist rendement 9%
Gaan we investeren?
Slide 8 - Tekstslide
Netto Contante Waarde
cashflow jaar 1: €65.000/1,09^1 of €65.000x 1,09^-1 = 59.633,03
jaar 2: €65.000x1,09^-2 = 54.709,20
jaar 3: €65.000x1,09^-3 = 50.191,93
jaar 4: €65.000x1,09^-4 = 46.047,64
jaar 5: €80.000x1,09^-5 = 51.994,51
NCW €262.576,31 - €265.000 = -€2.423,69 is negatief dus ze gaan niet investeren
Slide 9 - Tekstslide
Netto Contante Waarde
Bij hetzelfde investeringsbedrag kiezen voor het project met de hoogste contante waarde
Met een verschillend investeringsbedrag kiezen op basis van de netto contante waarde per geïnvesteerde euro
Slide 10 - Tekstslide
Hw.
Opgave 20.5
Slide 11 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3.1 Wat kost het?
August 2018
- Les met
41 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
20.4 Glucose als grondstof
June 2022
- Les met
22 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
3.1 Wat zijn de kosten?
August 2018
- Les met
60 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
6.1 Hoe produceer je?
December 2017
- Les met
34 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
2.1 Waarmee betaal je?
August 2018
- Les met
48 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
2.1 Waarmee betaal je?
August 2018
- Les met
46 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Afschrijving
January 2019
- Les met
13 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Beleggen en speculeren
March 2022
- Les met
32 slides
door
Wijzer in geldzaken
Mentorles
Economie
+5
MBO
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Studiejaar 3,4
Wijzer in geldzaken